jolanda-en-henk.reismee.nl

Nieuw Zeeland 2016 - 12 - slot

Kia Ora allemaal,

Dit is ons laatste verslag van onze 2016-reis naar Nieuw-Zeeland. De laatste 12 dagen kunnen we makkelijk in één verslag samen nemen want dit worden dagen van relaxen, studeren (Henk), dromen, lezen, auto uitmesten, bezinnen, wassen, dutjes doen, afscheid nemen en vooral nagenieten van en herinneringen ophalen aan een fantastische reis.

Maandag 14 maart, we brengen het bovenstaande gelijk in de praktijk. De zon schijnt lekker, ik start de dag heel vroeg met een wandeling over Kina Beach, op 50 meter van ons huisje. Het is geen zandstrand, maar het bestaat voornamelijk uit keien en kiezels. Het is toch heerlijk zo wakker worden bij het opsnuiven van de zilte zeelucht. Daarna nemen we een lekker ontbijtje op ons terras onder de vijgenboom. De vogeltjes, met name Silvereyes, zijn gezellig druk met het verorberen van al die vijgen en kwetteren er lustig op los. Daarna gaan de beentjes omhoog in de luie stoelen met een boek. Als de magen weer beginnen te knorren gaan we wederom naar een favoriet cafè van ons: Jester House Café met de tamme palingen in de beek ervoor, http://jesterhouse.co.nz/about-us/. Daar installeren we ons ook weer lekker in de zon met de krant en puzzelboek. De smoothies en de broodjes zijn perfect. Op de terugweg nog even langs de supermarkt in Motueka om onze voorraad aan te vullen en de rest van de dag doe ik niet veel meer dan wat wasjes draaien. Henk zit lekker buiten aan zijn eindverslag voor de Mindfulness opleiding te werken. Er valt veel te leren en hij heeft het over oefeningen zoals yoga, ademhaling, ontspanning en reiniging die allemaal helpen om meer in balans te komen als je gespannen bent.

Vandaag zijn we voor het gemak het relaxen alweer vergeten. We gaan op pad naar de andere kant van Takaka Hill. Wat een rot berg ! Het is slechts zo’n 60 km maar je doet er zo lang over door het misselijk makende geslinger. Maar eenmaal aan de andere kant komen we in het gebied met de veelbelovende naam “Golden Bay”. Golden Bay is een omgeving waar veel kunstenaars, hippies en spirituele mensen wonen. Je vindt er veel art galleries en studio’s. Even na Takaka ligt een pure waterbron. Zo groot dat het heel Nieuw Zeeland kan voorzien van vers en zuiver water. Het is de grootste koude zoetwaterbron van het zuidelijk halfrond en het heeft het meest heldere water ooit ergens op de wereld gemeten. Waikoropupu Springs - “place of the dancing sands” Een spirituele plaats voor de Maori en een schat van moeder aarde. http://www.newzealand.com/my/article/crystal-clear-te-waikoropupu-springs/ .

De naam van het dansende zand is ontstaan doordat bij de kleine bron het water de witte zandbodem omhoog duwt waardoor het zand door het water gaat dwarrelen. Bij de start vind je hele mooie glazen panelen van kunstenaars uit de omgeving. De wandelingen door het mooie bos zijn kalmerend en rustgevend en makkelijk te doen. Uiteindelijk kom je bij de grote bron uit, eigenlijk ziet het eruit als een grote vijver met kleine riviertjes. Je ziet het water omhoog borrelen uit de bron in de diepte en het is zo ontzettend helder dat het niet echt lijkt. Gemiddeld komt er ruim 14.000 liter per seconde omhoog. Een ongelooflijke hoeveelheid vers en zuiver water. In contact komen met het water is verboden, dus een frisse duik zit er niet in, zelfs een flesje vullen is uit den boze. Als we tot rust zijn gekomen wandelen we terug richting parkeerplaats. Ondertussen is het al best warm geworden. We rijden terug naar Takaka en nemen de afslag naar links richting Totaranui en Awaroa Bay. Dit zijn 2 uithoeken bovenin het Abel Tasman NP. Met de auto kom je hier niet zo snel, met de watertaxi vanuit Marahau is het makkelijker te bereiken. Heel toevallig heb ik in een brochure gelezen over een bijzonder lunchplekje. Restaurant Toto’s, ergens tussen Takaka en Wainu Bay. Let goed op het mooie kleurrijke bordje langs de weg! Anders ben je er voorbij voor je er erg in hebt. https://www.ecofind.co.nz/food-drink/totos-cafe-gallery-golden-bay/ . Het is werkelijk een bijzonder knus plekje met uitzicht. De eigenaar is een fransman die hier een aantal jaar geleden is gekomen en nooit meer is weggegaan. Hij heeft eigenhandig een mooi huisje van klei gebouwd dat dienst doet als restaurantje. Alles is zoveel mogelijk eco friendly. En hij kan pizza’s bakken als geen ander, heus waar. Verwacht geen luxe kaart, maar alles is werkelijk puur natuur en heel erg lekker van smaak. Sommige ingrediënten plukt hij ter plekke vers uit zijn tuin. Hij heeft buiten een houtoventje en binnen o.a. een espresso apparaat. Na deze prettige stop met pizza en vers vruchtensap gaan we aan het laatste stukje naar Awaroa Bay beginnen. Onverhard en erg smal. We hopen maar dat we geen tegenligger krijgen op het verkeerde moment. Op de T-splitsing gaan we rechts, straks nemen we de andere kant naar Totaranui. Aangekomen bij Awaroa Bay blijkt het vloed te zijn. Verkeerd getimed door ons. We kijken even maar kunnen niet naar de overkant lopen. Dan maar gelijk door naar Totaranui. Wederom een smalle onverharde weg. Aan het einde ligt een heel mooi groot gouden zandstrand echt ver afgelegen van de bewoonde wereld. Er is een basic DOC campplaats, maar geen winkeltje. Het is al namiddag en wij lopen heerlijk een stuk over het strand met de voeten in het water en genieten van de rust en die paar mensen die er ook hun ding doen. Als de zon gaat verdwijnen gaan ook wij weer richting levendigheid. Eigenlijk zou je hier op het strand de nacht moeten doorbrengen, is voor de volgende keer. Op de terugweg stoppen we bij Wainui Bay, hier staat een simpel wit monument uit 1942 voor onze eigen Abel Tasman. http://www.nzhistory.net.nz/media/photo/abel-tasman-memorial-golden-bay. In deze baai is hij met zijn bemanning destijds bijna aan wal gegaan. Ze voeren met de Van Heemskerck en de Zeehaen de baai binnen en de Maori bliezen op een soort trompet, dit liet Tasman door de bemanning beantwoorden met trompetsignalen. De Maori benaderden de schepen maar waren verder niet geïnteresseerd in textiel en kruiden van de Nederlanders en ze konden elkaar ook niet verstaan. De volgende dag werd een klein roeibootje met 4 Nederlanders aangevallen en vermoord door de Maori. Waarschijnlijk hadden de Maori de trompetsignalen als oorlogssignaal opgepakt. Tasman noemde de baai Moordenaarsbaai, heeft de ankers gelicht en is weggevaren. De Maori zijn er nog achteraan gevaren in hun waka’s en met de witte vredesvlag, maar helaas. Zo komt het dat Nieuw-Zeeland niet onder de Nederlandse kroon, maar ruim 100 jaar in later, in 1769 door Thomas Cook onder de Britse kroon is gekomen. Jammer ! Het monument is een simpele vierkante zuil dat niet wordt onderhouden en biedt eigenlijk een trieste aanblik van deze geschiedenis.

Vandaag slapen we een beetje uit. Het is bewolkt weer. Henk gaat vandaag de hele dag studeren en aan zijn verslag werken. Ik heb een dagje voor mezelf en rijdt naar Richmond om wat te winkelen. Daar zit ook “mijn”juwelier voor de Evolve bedels (soort Pandora) met typisch Nieuw-Zeelandse icons en glaskralen van gebieden. Ik wil er weer een paar kopen als uitbreiding voor mijn armbanden. http://www.evolve-jewellery.co.nz/home.aspx. Daarna rijd ik nog naar Mapua waar een grote quilt stoffenwinkel zit. Daar ben ik ook wel even zoet. https://www.facebook.com/cushlasvillagefabrics/ . ’s Avonds koken we zelf eten en werken aan het verslag en de foto’s.

Een nieuwe dag breekt aan en vandaag willen we weer de Takaka Hill over, het blijft een lastig opstakel, maar we willen heel graag nog richting Farewell Spit en Wharariki Beach. Dus opnieuw slingeren we naar de andere kant richting Golden Bay. Op diverse plekken in Golden Bay en Takaka Hill zijn een aantal scènes van The Hobbit en Lord of the Ring opgenomen. Het weer is vandaag helaas omgeslagen en het is best fris. Eerst rijden we naar Wharariki Beach in de hoop dat het weer daar wellicht beter is. Dit is het meest noordelijke puntje van het Zuidereiland en ligt ten westen van Farewell Spit. In de wijde omgeving is geen dorp of winkel. Niets. We rijden door tot het einde van de weg bij een campground. Daar begint de wandeling van 30 minuten over farmland, tussen de schapen, naar het strand. Je kunt ook eerst over de kliffen lopen (hilltop walk) en dan via het strand terug. Let ook hier weer op het tij. Je moet hier zijn met laag tij en 2 uur ervoor en 2 uur erna. Alles op Wharariki Beach is groots. Enorme duinen, hoge kliffen, hoge golven, grote rotsen met grotten in zee en vooral BIG winds. Nou dat is vandaag zeker het geval. We waaien bijna weg. En het zand waait hoog op tot in ons gezicht. Wat voel je je nietig in deze natuur. We lopen al met al toch heerlijk op het strand en leven ons uit met de camera’s. Op de terugweg klimmen we de duinen weer op en lopen terug naar de auto. Ik was hier nog niet eerder geweest, maar het is zeer de moeite waard en we komen hier nog eens terug om meer tijd door te brengen. https://www.youtube.com/watch?v=YOKfyLzSAUQ . We lunchen in het Farewell Spit café, http://www.whararikibeachholidaypark.co.nz/cafe.htm. Het eten is erg matig maar het uitzicht is aardig zo over het natuur- en broedgebied Farewell Spit. Voor de Maori is deze landsliert de poort waar de overledenen overgaan naar het hiernamaals. Precies tussen het Noorder en Zuidereiland in. In Nederland is onlangs een serie op TV geweest bij BNN, Break Free, over jonge mensen die in het buitenland overlijden. Onze landgenoot Ken Boogers komt om bij Wharariki Beach en wordt dagen later gevonden op Farewell Spit. Een indrukwekkende aflevering (30 min) waar zijn moeder dezelfde route aflegt in de hoop nog iets van haar zoon te weten te komen via de mensen die hem daar hebben gekend. http://programma.bnn.nl/breakfree/media/355798.

We rijden in zuidelijke richting terug naar Collingwood en slaan rechts af naar Aorere en Bainham. Echt nederzettingen van niets, maar met een leuk café – The Naked Possum, http://www.nakedpossum.com/ Vanuit hier kun je mooie wandelingen maken en daarna wat drinken en eten. In Bainham ligt een General Store in de middle of nowhere, als iets van 150 jaar geleden, het geheel, incl. het pand, is een waar museumstuk. Het draagt de naam Langford Store en echt fantastisch om hier binnen te stappen: http://www.langfordstore.co.nz/. Dit is de omweg waard. Het is een winkeltje met apart postkantoortje waar achter de desk een naaimachine staat. Hiermee maakt de eigenaresse allerlei kneuterige dingen voor de verkoop. Er is ook een museumpje met zulke leuke oude rommel. We spreken even gezellig met 2 gepensioneerde kiwi’s die ook een dagje toeren door dit gebied. Zij komen uit Motueka, niet heel ver daar vandaan, en waren hier nog nooit geweest. Door alle mooie plekjes onderweg komen we net over 6-en weer terug in Takaka en zitten helaas net de winkeltjes en galleries dicht, jammer! We moeten ooit terug, dat is duidelijk. Maar dan gaan we wel een paar dagen aan die kant van “de Hill” slapen! We zijn koud en moe en hebben zo’n zin in friet met satésaus. Maar ja dat hebben ze hier niet…. denken wij. We duiken de New World in Motueka in op zoek naar een gezonde maaltijd, maar jullie geloven het nooit in het pad met “international food” staat Remia frietsaus en Conimex Saté saus, Oooo duuuuur dat het is, maar we kunnen ons niet bedwingen. Zak oven frietjes (friteuse hebben we nl niet) en een krop sla erbij en klaar zijn we voor ons avondmaal. Yammy.

Onze laatste dag op Kina blijven we thuis want het regent pijpenstelen. Dus Henk aan de studie, ik met een boek. Later in de middag is het droog en rijden we naar het kleine Mapua Warf om even rond te lopen. Afgelopen december is de Warf vernieuwd en komen er ook nog wat nieuwe toeristische winkels bij. Met de aanwezige restaurants is het echt een plekje voor de locals om in het weekend gezellig te bezoeken. We vatten het plan op om door te rijden naar Nelson om wat lekkers te eten bij ‘Cod and Lobster’ in de hoofdstraat aan de voet van de Kathedraal. http://www.codandlobster.com/. ’s Avonds pakken we alles weer bij elkaar en maken een klein koffertje klaar voor een paar dagen in de Marlborough Sounds. Morgenvroeg op tijd richting Picton want we hebben de watertaxi om half 4 geboekt en het is nog een paar uur rijden. We gaan dan verblijven op een heel bijzondere plek die wij als tip hebben gekregen van Rose van ons franse huis in Cromwell. Anders hadden we dit adresje nooit gevonden op internet.

Zaterdag, de dag van afscheid nemen. We rijden langs bij Lou om dag te zeggen en een kadootje te geven. We hebben niet eens meer de tijd gehad om nog even wat samen te drinken. Zo snel als de tijd is gegaan. Of wij of zij waren weg. Lou plukt voor ons nog even wat appels, peren en mandarijnen direct van de bomen in hun tuin, voor onderweg. Zo lief. Met een big hug en kussen nemen we afscheid. We beloven ooit weer te komen en zullen mailcontact houden. Nu gaan we voor de laatste keer ontbijten bij Jester House Café en dan op naar Picton. Onderweg komen we langs Havelock, hier waren we 7 weken geleden ook met Ton en Ingrid op de mailboat trip. Vandaag is het feest want het Mussel Festival is gestart. We stoppen om even te kijken, maar de entree is 30 dollar pp en we hebben maar krap 1 uurtje de tijd, dus besluiten maar door te rijden. Als we in Picton aankomen parkeren we de auto bij de Marina. Hier kan de auto veilig 4 dagen blijven staan. Het merendeel van de bagage blijft er namelijk in. We lopen even naar “ons Picton tentje” Gusto in 33 High Street om nog wat te drinken en worteltjestaart te eten. We nemen ook gelijk Thaise Curry Pie mee voor vanavond. Daarna halen we een klein deel van de bagage en etenswaren uit de auto en lopen naar de pier waar onze watertaxi van Arrow ligt http://www.arrowwatertaxis.co.nz/. Amanda gaat ons naar Lochmara bay brengen. Het adres is: de jetty (pier) van Peter Cowell. Voor Amanda is dit genoeg, ha ha. We gaan nu op een plekje logeren waar Henk het zijne van denkt… met een bootje erheen, gedropt worden op een jetty (Peter is nl vandaag afwezig, komt ons morgen welkom heten en de sleutel zit in de deur heeft tie mij gemaild), de bagage moet weer met een katrol en bakje de heuvel op worden gestuurd. Wij moeten zelf over een heel smal bospad, zo’n 40 meter hoogteverschil slingerend overbruggen op zoek naar: Titoki Eco Retreat. Boven aangekomen is het een waanzinnige mooie plek tussen de bomen met een uitzicht over de beschutte Lochmara Bay. Kijk maar op de website. http://www.titoki.co.nz/accommodation-marlboroughsounds.html . In Lochmara Bay wonen 3 vaste bewoners, waaronder Peter, de rest van de 20 huisjes en villa’s op de heuvels zijn vakantiewoningen. Bijna iedereen heeft een jetty en een boot(je) want met een auto kun je hier niet komen. De Marlborough Sounds is een wirwar van zeearmen, bergkammen, eilanden en baaien. Feitelijk zijn het ondergelopen valleien van een voormalig berggebied in de tijd dat het zeeniveau sterk is gestegen. Het is nu een maritiem park van ongeveer 950 vierkante km. Met beboste bergen en mooie wandelpaden. Dolfijnen, zeehonden en pinguins en veel watervogels en vissen zijn de bewoners. http://www.natural-encounters.com/Marlboroughsounds_Maps.html. Daar staan we dan op de jetty met onze spullen, Amanda uitzwaaiend. Zij heeft beloofd ons dinsdagmorgen rond 9 uur weer op te halen. Henk, met al zijn technische inzicht, heeft het bakje met onze spullen zo in beweging en zachtjes rollend wordt het de heuvel opgetrokken. We weten niet waar dat bakje precies uitkomt, maar wij gaan ook omhoog en moeten nu het juiste paadje kiezen links of rechts…. We kiezen links en na zo’n 100 meter lopen komen we bij een houten sprookjeshuisje met een enorm deck. Wat een plek, voor 3 nachten ons huis. Wow. Alleen het uitzicht is al geweldig rustgevend en prachtig. De sleutel zit inderdaad in de deur. We installeren ons en laden de koelkast vol want we hebben meer etenswaren dan kleding bij ons. Er is hier in de omgeving helemaal niets! Geen restaurant of winkel. Dus we hebben voor 3 dagen ontbijt, lunch en diner bij ons. Vanavond eten we de Thai curry pie met salade op het terras buiten. We blijven nog lang genieten van de sterrenhemel en de baai. We menen dolfijnen te horen die onze baai zijn ingezwommen, maar het maanlicht is net niet sterk genoeg om het goed te kunnen zien.

De volgende 2 dagen liggen als een open boek met blanco pagina’s voor ons. Henk benut de tijd voor zijn scriptie en studie. We lezen allebei veel, heerlijk buiten in de ligstoelen op het deck. Doen dutjes tussendoor. Benutten de enorme tv waar Henk de laptop op heeft aangesloten om TV-series en films te kijken. Het weer is prima, zonnetje en zo’n 20 tot 24 graden. De baai maakt rustgevende geluiden met soms een boot die plots aan komt varen. Af en toe lopen we even naar beneden naar de jetty om daar te zitten mijmeren met de voetjes in het water. Zwemmen is echt te koud. Als Henk een keer ’s middags naar de jetty is hoor ik ineens een hard gegalm door de baai: “Jolan, ik ga met de kayak, ga je mee?” Huh, er liggen inderdaad kayaks die we vrij mogen gebruiken, maar Henk is geen grote waterrat. Dus ik ga toch maar eens even polshoogte nemen. Als ik beneden kom met de zwemvesten en camera liggen er al 2 kayaks in het water. En zo wil het dat we op ons dooie akkertje een beetje peddelend door de baai gaan. Dit voelt als echte vrijheid. Zo dicht bij het wateroppervlak, langs de rotsen met watervogels, de baai overstekend naar kleinere inhammen. We durven steeds meer en pas na anderhalf uur zijn we terug bij de jetty en tillen de kayaks uit het water. Morgen gaan we zeker weer! Peter komt einde zondagmiddag hallo zeggen en vraagt of we morgen rond 4 uur met hem een stukje willen gaan varen door de Sounds. Dat lijkt ons een prima idee. Na weer een relaxte dag stappen we maandagmiddag in zijn bootje. De hengel wordt uitgegooid en zo varen we in rustig tempo van baai naar baai richting open zee, ondertussen wat kletsend met Peter. Hij woont hier al ruim 30 jaar, heeft zijn eigen huisje en het vakantiehuis helemaal zelf gebouwd. Gaandeweg de jaren zijn er meer huisjes en huizen bij gekomen. Maar deze zijn privébezit en worden meestal max. 5 weken per jaar bewoond. Voor de rest is het heerlijk rustig vindt hij. Hij vangt ook nog een vis die terplekke wordt gefileerd en wij als cadeau meekrijgen voor het avondmaal. Zo lief, en verser kan echt niet. Als we weer terug zijn bij de jetty, gooien wij de kayaks nog een keer in het water en peddelen voor een laatste keer rond in de baai. Die avond eten we de verse vis en de restanten van onze proviand. Genieten nog een keer van de sterrenhemel en slapen als rozen. Morgen vertrekken we weer naar de bewoonde wereld.

Peter is om half 9 al bij ons om te helpen met de bagage en het vuilnis. Want tja hier komt de vuilnis man niet, dus graag alle rommel weer zelf meenemen. In de verte zien we de watertaxi al aankomen. Amanda heeft woord gehouden, maar brengt ook gelijk nieuwe gasten mee, zij hebben 2 grote koelboxen en tassen met eten bij zich. Ze komen voor ruim 1 week logeren, zijn al vaker geweest en vinden dit DE plek om de accu op te laden. Nou dat klopt helemaal. De rust, het niets kunnen en hoeven, geen prikkels, afleiding, winkels, mobiel bereik en mensen is een zegen vinden ook wij. We zeggen Peter gedag met de belofte dat we ooit terugkomen en zwaaien uitgebreid als we wegvaren. Binnen 25 minuten zijn we weer in Picton en treffen we onze auto ongeschonden aan. En natuurlijk is het weer tijd voor cappuccino met worteltjestaart bij Gusto en daarna op weg naar onze laatste overnachtingsplek: Hanmer Springs in de bergen. We rijden weer de SH1 naar het zuiden, komen opnieuw langs The Store, mijn all-time favorite koffie/lunchstop: http://www.thestore.kiwi/. Deze keer zijn ze open en het is lunchtijd! Hier moet je naar toe als je in de buurt bent, wat zeg ik, zelfs omrijden is geoorloofd. In al die jaren dat ik nu in Nieuw-Zeeland kom, ben ik altijd wel één keer hier te vinden. We zitten lekker buiten te genieten van het eten en de Pacific Ocean, hebben ook weer internet, niet heel snel en soepel, maar het werkt. De laatste reisdagen koken we toch niet veel meer en besluiten daarom de overtollige levensmiddelen, waspoeder, shampoo, koelbox, koekenpan en garde achter te laten bij “onze Zweedse” Jessica van Kincaid Cottage in Kaikoura. We komen er toch langs en zij had haar cottage zo goed en volledig ingericht, het is haar gegund. Helaas is ze niet thuis, maar we laten alles met een briefje erbij achter op de stoep. Best raar om hier de oprit weer op te rijden. Bijna 8 weken geleden waren we hier ook. (Later stuurde Jessica een enthousiaste mail waarin zij zegt blij te zijn met alle spullen en vooral de pan welkom was en dat we maar snel weer moeten komen). Even na Kaikoura nemen we de inland route via Waiau naar Hanmer Springs, deze weg is inmiddels helemaal verhard. Mooie landschappen trekken aan ons voorbij en regelmatig stoppen we voor foto’s. Laat in de middag rijden we Hanmer Springs binnen (ong. 800 inw.). Ik vind het altijd weer fijn om hier te zijn. Crispy lucht, de bergen, oude bossen en een beetje de sfeer van Europese wintersportplaatsjes. Onze bestemming Woodbank Park Cottages hebben we snel gevonden, het ligt op het platteland in een bos met schaapjes. Onze allerlaatste plek voor 3 nachten en wat voor één. http://www.woodbankcottages.co.nz/. Mike en Liz hebben 2 nieuwe cottages op hun grond gebouwd. Helemaal tip top in orde, voorzien van een heerlijk bed, woonkamer met kachel, keukenblok en mooie badkamer. Mike heet ons welkom en leidt ons rond. De koelkast is gevuld met ontbijt spullen, hij komt zo nog verse eitjes brengen van hun eigen kippen en rijpe tomaten uit de tuin. Hij heeft ook een hele goede restauranttip: Nr 31 op 31 Amuri Ave https://www.facebook.com/No31-Restaurant-Bar-442348122448373/. Hij reserveert alvast voor ons een tafeltje voor straks. Wij laden de auto uit. Frissen ons op en rijden dan richting dorp. Het restaurant is werkelijk top! Nee geen ster, maar alle gerechten zijn heerlijk van smaak en samenstelling. Zelfs de Chocolade fondant als dessert is geweldig. Bij het afrekenen reserveren we gelijk voor onze laatste avond. Dan is het Witte donderdag en krijgen de Kiwi’s vakantie (lang Paasweekend) en wordt Hanmer overspoeld met toeristen. Hanmer is zowel een zomer- als winterbestemming voor de Kiwi’s en ligt slechts op een kleine 2 uur rijden van Christchurch. Dus ook in weekenden is het hier vaak druk. De naam zegt het al, er is een natuurlijke warmwaterbron waar men een Spa van heeft gemaakt. Diverse baden in allerlei temperatuurgradaties met gezellige verlichting in de avond. The Hot Pools, daar moet je toch echt wel heen als je Hanmer bezoekt. http://hanmersprings.co.nz/. Om ons eten te laten verteren wandelen we naar de ingang en omdat het al tegen sluitingstijd is, mogen we zelfs gewoon daar rondwandelen om even een kijkje te nemen. Heel aardig dat dit zomaar mag want in Nederland zie ik dit echt niet gebeuren.

Nog 2 hele dagen en dan zit het er op. We worden wakker gemaakt door de schaapjes in onze achtertuin. Ze staan al bij het hek te kijken wie die nieuwe gasten zijn. Vandaag doen we rustig aan. Lekker ontbijtje buiten op het terras en dan rijden we naar het dorp om er even rond te lopen, en in de auto te internetten voor de ingang van de bibliotheek. Thuis hebben we nl geen internet en telefoonbereik. Henk heeft zijn eindscriptie klaar en deze moet naar de docent worden gemaild. Volgende week dinsdag heeft hij het examengesprek. De laatste 2 dagen hoeft hij even niets meer te doen. Even later parkeren we de auto bij de start van diverse boswandelingen en mountain bike routes op Jollies Pass road. Kiezen een route en lopen al snel door een mooi dennenbos met oude bomen en open veld. Spreken even met een, naar Australië geëmigreerde, kiwi die toch een beetje heimwee heeft. Helemaal ontspannen komen we later in de middag thuis en komt Mike een grote schaal met diverse kaasjes, crackers, salami, druiven, chutney, noten en nog meer lekkers brengen. Nou, we hoeven niet meer voor diner weg vanavond. We hebben nl ook nog een zak soep die op moet. Soms dient het gemak de mens. Dit wordt smikkelen. De avond gebruiken we om de auto leeg te halen, bagage uit te zoeken en te herpakken. Op de laatste dag willen we nog een autoritje maken naar Lake Tenneyson, helemaal langs de Clarence River, retour is het 106 km onverharde weg. Rainbow Rd en Molesworth Station Rd. is best een remote gelegen weg, waar we ook bijna niemand tegenkomen. Het gebied heeft mooie uitzichten, maar ook constant elektriciteitsmasten en dat is nu weer jammer. Maar na ruim een uur komen we bij de afslag naar Lake Tenneyson en zien we het meer prachtig liggen met de bergen als spectaculair decor. Het is wat bewolkt, wat het plaatje juist mooier maakt. Er is 1 andere auto met een Kiwi en zijn Oostenrijkse vrouw die deels in Nieuw-Zeeland en deels in Oostenrijk wonen. We maken een praatje en ook hij is bezig met zijn camera. Henk is allang naar het meer gelopen en fotografeert veel en dat is meestal een goed teken. Wat is het hier puur en wat een rust. Onderweg naar ons huisje laten we onze reis nog even langskomen. Het besef komt hard binnen dat dit echt de laatste dag is van onze mooie reis. Maar het is fijn dat we het op deze manier kunnen afsluiten. Wat zijn we eigenlijk bofkonten. Als we terug zijn ga ik nog even naar het dorp, er zit een hele mooie kledingwinkel J. En ik koop nog 2 chocolade Kiwi vogels voor Maud en Stijn als paas-kadootje. ’s Avonds zijn we weer bij het fijne restaurant Nr 31 te vinden voor ons laatste avondmaal. Wat gaan we dit restaurant missen zeg. Na aankomst bij ons huisje nemen we alvast afscheid van Mike. Liz is een avondje op pad. Morgenochtend vertrekken we rond half 8 al richting het vliegveld van Christchurch. De tassen zijn gepakt en alles is klaar voor vertrek. Nu nog een nachtje lekker slapen voor de lange terugreis van ruim 30 uur.

Vandaag is het Goede Vrijdag, om half 8 zitten we klaar in de auto, goed getimed. Om 12 uur vertrekt onze vlucht naar Singapore en het is ongeveer 2 uur rijden naar het vliegveld. Daar moeten we ook de auto inleveren en dan moeten we mooi op tijd zijn voor de check-in. Alles verloopt helemaal volgens plan. Op de weg is het rustig en we schieten lekker op. Hoe dichter we bij Christchurch komen hoe drukker het wordt met het verkeer dat de stad uit gaat. Daar hebben wij geen last van. Maar we zien nu wel heel goed hoe iedereen van zijn lange weekend in de natuur gaat genieten. Auto’s met boten en fietsen erachter, en kayaks op het dak. Ook veel campers en caravans die het avontuur gaan opzoeken. De stoet auto’s blijft maar komen. We zien nu meer auto’s in 1 uur dan in al die 8 weken op het Zuidereiland. We komen op tijd aan en het inleveren van de auto gaat supersnel. Op de luchthaven is het nu wachten op het onvermijdelijke. We moeten instappen en ik voel alleen maar weerstand, wat een rotmoment. Als het vliegtuig uiteindelijk taxiet en loskomt van de startbaan hou ik het niet meer en rollen de tranen over mijn wangen. Het voelt alsof ik bruut ontworteld wordt van dit prachtige land. Wanneer komen we weer? Het komen is zeker, maar onbekend is wanneer. Het was een geweldige tijd, we hebben er alles uitgehaald, intens genoten van iedere minuut en geleefd in het hier en nu. Henk is weer een stukje meer van het land en de Kiwi’s gaan houden. Voelt zich er ook steeds meer thuis. Dag mooi land, dag dierbare plek, je blijft in ons hart en we komen zeker weer.

“I fell in love…… Clean oceans, big sky, majestic scenery and friendly people.

I knew I had met my soulmate when I met New Zealand“.

Aroha nui – lots of love

Jolanda en Henk

De terugreis is prima verlopen. Australië bij daglicht en helder weer is fantastisch om te zien. Wat een enorm groot en leeg land. Paaszaterdag om kwart voor 6 ’s morgens zijn we weer geland op Nederlandse bodem.

Nieuw Zeeland 2016 - 11

Kia Ora allemaal,

Vandaag gaan we naar de Glaciers aan de West Coast (Te Tai Poutini). Omdat het een stevig ritje van zo’n drieënhalf uur is en we ook nog naar Jackson Bay willen rijden (2 uur extra) vertrekken we op tijd. Henk is nog niet echt opgeknapt helaas. Na het ontbijt lopen we een laatste rondje door het grote huis en nemen met weemoed afscheid. Het weer heeft zich aan onze stemming aangepast. Wel droog maar zwaar bewolkt. De route langs Lake Hawea en Lake Wanaka blijft sprookjesachtig mooi , zelfs met bewolking. Even ten noorden van Makarora zijn The Blue Pools. Een mooie wandeling van zo’n 30 minuten naar de adembenemende blauwe poelen. Helaas is verderop de 2de swingbridge afgesloten door landslides, dus verder dan de pools kunnen we op dit moment niet lopen. De grote hoeveelheid zalmen zien we ook niet. Lichtelijk teleurgesteld lopen we terug naar de auto en vervolgen de weg naar het westen. Even later begint de Haast Pass (Tioripatea – clear path). Hoogste punt is 563 meter. Dit was vroeger de Maori route van Central Otago naar de West Coast, waar ze hun Pounamu (Greenstone - Jade) vandaan haalden. Pas vele jaren later, in 1965 om precies te zijn, is de SH6 geopend voor verkeer. De weg slingert prachtig door het landschap. Inhalen is lastig en af en toe een vloek vanwege de campers en vrachtwagens, grrr. Lang rijd je langs de heldere hemelsblauwe Haast River. Er zijn verschillende stops die je kunt doen voor wandelingen, watervallen en lookouts. De meeste stops hadden we vorig jaar al gedaan en omdat we naar Jackson Bay willen, rijden we door. Uiteindelijk komen we aan de westkant uit in het kleine plaatsje Haast. Hier gaan we linksaf naar Jackson Bay. Weinig toeristen zullen dit kiezen door tijdgebrek, maar het is op een heldere dag best leuk. Dan biedt de terugweg de Tasman Sea links en de Alpen met Mt Cook and Mt Tasman rechts een schitterend plaatje. Voor de kenners: Dit is ook de weg die Floortje ging toen ze in haar eerste aflevering “Naar het einde van de wereld” de familie Long opzocht aan Gorge River. Vanaf Jackson Bay dan twee dagen lopen door de wildernis. www.npo.nl/floortje-naar-het-einde-van-de-wereld/15-07-2014/BNN_101362919. De weg is aanzienlijk verbeterd sinds ik er de laatste keer reed (1997). Het gehucht Jackson Bay is echt het eindpunt van de weg. Het heeft de enige natuurlijke haven van de West Coast en men leeft van de visserij. Verwacht niet teveel, er wonen misschien zo’n 25 tot 40 mensen. Er is een startpunt voor een mooie korte wandeling naar een andere baai: Wharekai Te Kou Walk naar Ocean Beach en voor een hapje bij The Craypot voor heerlijke verse Fish and Chips. www.thecraypotnz.com. Weer een typische Kiwi Icon - caravan als restaurantje. Henk is nog niet lekker en eet maar een beetje. Ondanks de 24 graden laten de sandflies het niet echt toe om buiten te eten. De vis is zo super vers, zo maakt kapitein Iglo ze niet, en de sla wordt opgemaakt met eetbare kleine bloemetjes alsof je in een sterrentent zit. We wandelen later nog even over de lange houten pier en beginnen daarna aan de terugrit naar Haast en dan verder omhoog naar Fox Glacier. De bewolking is er nog steeds en van die Alpen zien we niets, helaas. Fox Glacier is een klein dorpje met ongeveer 350 inwoners. Voor mij de plaats om te verblijven als je naar de gletsjers wil. Het zusterdorp Franz Josef is iets groter en daardoor ook meer toeristisch. Bijkomende voordeel is dat je vanuit Fox Glacier in een paar minuten bij Lake Matheson bent, het meest gefotografeerde meer van Nieuw-Zeeland. Het rijdt ook makkelijk naar Gillespies Beach. ’S Avonds is het echt leuk om een mooie korte wandeling in het Te Weheka Rainforest te maken om glow worms te zien, gewoon aan het begin van de hoofdstraat. We slapen 2 nachten in Lake Matheson Motel, http://www.lakematheson.co.nz/ . Als we het dorp binnenrijden stoppen we even bij Fox Glaciers Guiding. Hier hadden we voor morgen de HeliHike geboekt om op de gletsjer een wandeling te gaan maken. Maar Henk is echter te ziek en daarnaast wordt het morgen dramaweer. We horen al dat er vandaag niet is gevlogen en dat alle trips morgen waarschijnlijk ook worden geannuleerd. Nou, voor ons de reden om gelijk maar te boeken voor de vrijdagochtend. In Fox is in 2015 die Heli met toeristen verongelukt door ineens verslechterde weersomstandigheden. Ze nemen echt geen risico’s. Zo, nu alle zaken weer zijn geregeld, gaan we inchecken en kan Henk het bed in. Het is dan ook al weer half 7. De dagen vliegen voorbij.

Donderdag 10 maart, vandaag wordt een rustige binnenblijfdag zo te horen. Bij het wakker worden horen we de harde regen al striemen. Nee er wordt niet gevlogen en de bergen zijn niet te zien. Fox is volledig in nevel en mist gehuld. We gaan gezellig en knus ontbijten in Lake Matheson Café, http://www.lakematheson.com/cafe/. Een aanrader en er zit een hele mooie winkel bij met goede kwaliteit souvenirs. Voor Henk is het proberen, na een onrustige nacht, want alles komt er weer uit. En morgen moet hij toch wel opgeknapt zijn, want anders missen we voor de 2de keer de HeliHike. Vorig jaar was alles geannuleerd vanwege het slechte weer. Na het ontbijt voelt hij zich toch niet optimaal. Terug het bed in. Ik wandel door de regen naar de General Store, zoals jullie inmiddels weten DE plek in elk klein afgelegen dorp voor alles wat mens, dier en de landbouwer nodig heeft. Van levensmiddelen, medicijnen, boeken, videohuur, gereedschappen, landbouwgif, kippengaas. Ach eigenlijk alles om hier te kunnen overleven. En ja hoor in de piepkleine Pharmacy (een afgesloten kastje aan de muur) ligt verdomd ook Diacure en zout en niet over de datum! Henk neemt de tabletten in en slaapt weer verder. Ik wil toch naar buiten, het weer begint op te klaren en ik wandel naar het Te Weheka Rainforest. Ingang aan het eind van de zuidkant van het dorp links van de weg na het Belle Vista Motel. Let op een klein bordje. De wandeling is makkelijk en erg mooi. Zeker nu het de hele ochtend zo heeft geregend. Daarna ga ik thee drinken met worteltjestaart erbij bij de favoriet – Lake Matheson Café. Ik moet de dag toch een beetje opleuken, vind ik zelf. Als ik thuis kom, wordt Henk langzaamaan weer wakker. De pillen werken nog niet echt goed. Maar hij wil toch ook graag even naar buiten voor de nodige frisse lucht. De late middagzon laat de nevel en mist verdwijnen en tovert zowaar de Fox gletsjer en Mt Tasman tevoorschijn. Hup de auto in en op weg naar Gillespies Beach. De weg er naar toe is een uitdaging. Smal, bochtig, onverhard en dwars door het regenwoud, maar o zo mooi. Aan het einde ligt de parkeerplaats anex campplaats, het is een bonte verzameling van busjes, ongebouwde auto’s en campers. Overal hangt was te drogen, er worden potjes gekookt op kampvuren en er wordt muziek gemaakt. Een beetje Hippie gevoel. Heel gezellig. Achter een duin hoor je de Tasman Sea al, ervoor ligt een enorm uitgestrekt strand met miljoenen witte en grijze keien. Hier starten ook de (meerdaagse) wandelingen. Wij lopen naar het strand, klimmen over de keienduin en laten ons naar beneden glijden. Heerlijk de wind door je haren, het wordt vloed en de zee speelt tikkertje met onze voeten. Als onze hoofden weer leeg gewaaid zijn lopen we in Zen toestand terug naar de auto. Op het strand heb ik nog een mooie spierwitte hartvormige steen gevonden, zo groot als mijn hand, en die zit nu veilig in mijn jaszak. Het is nu nog niet helder genoeg, maar anders zie je vanaf het strand de besneeuwde Alpen op de achtergrond. De zon gaat over 1 uur onder en het licht is mooi warm en Henk maakt een paar prachtige tegenlicht foto’s met bomen als decor. Thuis koken we een klein potje eten. Rond 22:30 gaan we de Glow worms opzoeken in het Te Weheka bos. Gewapend met zaklamp en elkaar stevig vasthoudend lopen we door het bos. Henk denkt echt dat ik gek ben en dat er echt niemand anders in het bos loopt. Bij aankomst lacht hij als een boer met kiespijn en neemt zijn woorden terug. KIeine groepjes mensen komen af en aan voor deze wandeling. Voor mij is het toch anders dan vanmiddag, echt een stuk spannender. De zaklampen worden deels afgedekt met onze kleding om de duisternis grotendeels intact te laten. En dan zie je plots flikkerende lichtpuntjes gloeien tussen de bomen en varens. Snel de zaklamp uit en mondje dicht, ze vinden licht en geluid nl niet fijn, dan doven ze hun lichtje. Met dit lichtje en hun dunne draden vangen ze insecten en eten ze op. Met honderden kleine schitterende diamantjes tegelijk in het donker is het een sprookje om te zien. Op sommige plekken zitten er veel, op andere bijna niets. Met dit sprookjesachtige beeld op ons netvlies, dromen we even later over elfjes en feeën. https://www.google.nl/search?q=glow+worms+new+zealand&biw=1584&bih=951&tbm=isch&tbo=u&source=univ&sa=X&ved=0ahUKEwjEjvGtzZDNAhXCBcAKHZxABvUQsAQIMg#imgrc=hseAI1_Q74S3sM%3A

Vandaag is de grote dag. We gaan de HeliHike doen. Het weer ziet er veelbelovend uit. Alleen is Henk nog niet goed opgeknapt. De pillen werken niet en de diaree stopt niet echt. Maar hij wil toch gaan. Dan maar een overdosis innemen en niets eten en drinken. Om 10 uur worden we verwacht bij Fox Glaciers Guides, http://www.foxguides.co.nz/. voor de Flying Fox trip. Maar eerst ook iets dat vorig jaar “in het water is gevallen”…. Een vroege ochtendwandeling rondom Lake Matheson. Het beroemde spiegelmeer en we hebben vreselijk geluk vandaag. Het is helder, zonnig en windstil. We parkeren de auto bij “het Café” en zijn niet de enige, zeg maar. De wandeling is een makkelijk, goed begaanbaar pad door het regenwoud, doordat we op tijd terug moeten zijn voor de Hike, kunnen we niet helemaal rond het meer lopen. Aangekomen bij Jetty Point, het eerste uitzichtpunt, weten we niet wat we zien. Naast vele toeristen met camera’s en statieven, ook een prachtig uitzicht. Omdat het nog vroeg is, is het water rimpelloos waardoor de spiegeling van Mt Cook en Mt Tasman de perfectie benaderen. We genieten volop van dit serene plaatje. Kijk maar op http://www.discoverimages.nl/Reizen/NieuwZeeland-2016/13-Fox/. De dag is al goed begonnen, nu op naar de office van Fox Glacier Guides. JA, we gaan vandaag echt, het is veilig om te vliegen en op de gletsjer is het weer ook goed.

Fox Glacier is met 12 km de langste van alle Gletsjers in Nieuw Zeeland. Vanaf 3000 meter tussen de pieken van Mt Cook en Mt Tasman beweegt de immense ijsrivier zich 2600 meter naar beneden tot het regenwoud van de Westcoast. Het broertje Franz Josef is een goede 2de. Het unieke aan dit gebied is dat deze gletsjers redelijk makkelijk toegankelijk zijn en eindigen in het regenwoud dichtbij de Tasman Sea (op 250 meter boven zeeniveau). Door het klimaat bewegen deze gletsjers dan ook 10 keer sneller dan andere gletsjers in de wereld.

We krijgen een briefing van wat wel en wat vooral niet de doen op de gletsjer. Het is geweldige natuur, maar kan ook gewelddadige natuur zijn. Gletsjers bewegen dagelijks, er zijn kloven van vele meters diep, meren, grotten en verschuivingen. Altijd bij de gids blijven en vooral zijn bevelen opvolgen. We krijgen warme sokken en stevige bergschoenen aan en daarna worden we naar het Heli platform gebracht. Alles gaat volgens een strakke planning en volgorde voor ieders veiligheid. De helikoptervlucht duurt maar 10 minuten maar het wel heel spectaculair. We worden halverwege op de Fox gletsjer afgezet en daar wachten onze gidsen al op ons. De groep wordt gesplitst en we binden onze crampons (spikes) onder onze schoenen. Zo kunnen we makkelijker lopen op het eeuwenoude ijs. Nog een kort voorstelrondje waar iedereen vandaag komt, wij gaan samen lopen met Spanjaarden, Engelsen, Amerikanen en een Iers stel. De gidsen schatten zo ook de fitheid en kunde van een groep in. De andere groep zijn allemaal Aziaten. Binnen een half uur zijn we gewend aan het lopen met de crampons en zijn we net berggeiten. De gids voorop en wij als lemmingen in een sliert er achteraan. Als extra service hakt hij regelmatig een paar traptreetjes voor ons uit. (hij vertelt dat deze vaak de volgende dag alweer zijn verdwenen). Dagelijks zoeken de gidsen dus opnieuw hun weg op de immense ijsmassa. We klimmen en klauteren zo 3 uur over de gletsjer. Henk dacht nog dat het een vrij gladde ijsmassa zou zijn, maar niets is minder waar. Het zijn allemaal bergjes, kloven, meren, grotten, tunnels, en ijswanden (andere trip voor de echte klimmers). We stoppen regelmatig om foto’s te kunnen maken en te genieten van deze bijzondere wereld. De gids leert ons zelfs hoe je makkelijk kunt drinken uit een smal ijsbeekje. Gewoon pikhouweel dwars neerleggen (als steun voor de handen) en met de knieën aan weerszijde van het beekje. Voorover buigen met het hoofd en slurpen maar. Natuurlijk moet ik dat ook proberen en wat denken jullie, met mijn 47 jaar en ‘getrainde’ yogalijf lukt het gewoon. Henk zegt dat hij geen tijd heeft want hij moet foto’s maken. Eigenlijk is hij al blij dat hij goed mee kan, beetje kan genieten en zich niet al te slecht voelt. Even later komt er een leuk stukje aan, want we moeten ons door een uiterst smalle kloof (40 cm breed) wurmen. Best bizar om die enorme ijsmassa letterlijk zo om je heen te voelen. We komen langs een flinke waterval, lopen heuvel op en af en vinden ook nog een kleine grot. De gids legt er een touw doorheen en dan kan, wie wil, zich er op de rug liggend doorheen laten glijden. Het is best klein en krap, maar hé we zijn er nu toch….. Met natte billen kom ik er aan de andere kant weer uit. Wat een ervaring. De kleur binnenin was zo mooi blauw. Het oude samengeperste ijs zonder enige zuurstof maakt het tot deze indrukwekkende kleur. We komen weer terug bij het startpunt. Nu is het even wachten tot we weer worden opgehaald voor ons vluchtje terug naar de bewoonde wereld. Wat een avontuur. Om nooit te vergeten en zeker te herhalen als we er weer zijn. En het is gelukkig redelijk goed gegaan met Henk, maar nu is hij wel uitgeteld en voelt zich beroerd. Rond 15:30 rijden we uiteindelijk weg uit Fox, naar Punakaiki, op 3 uurtjes rijden. Maar we hebben nog een mooie afsluiting voor vandaag, we hebben een restaurantje gereserveerd in Hokitika, daar hebben we vorig jaar heerlijk gegeten. Maar onderweg wordt Henk zieker en zieker en moeten we regelmatig een ‘noodstop’ maken. Hij heeft nu al dagen niets binnen kunnen houden en de diacure heeft geen effect gehad. Uiteindelijk rijden we Hokitika binnen, maar niet om lekker te gaan eten in ons restaurantje maar op zoek naar een dokters post. Die is er helaas niet, gesloten in verband met het grote Wild Food Festival feest in Hoki. De politie stuurt ons naar het 43 km verderop gelegen Greymouth, daar is het ziekenhuis. Zo wil het dat we op vrijdagavond om 18:30 door het troosteloze en uitgestorven ziekenhuis van Greymouth lopen. Aan de hele Westcoast wonen ongeveer 32.000 mensen op een oppervlakte van ruim 23.000 km. en Greymouth is de grootste plaats met ong. 11.000 inwoners en het ziekenhuis voor de gehele Westcoast. In totaal zijn er in de hele Westcoast maar 4 plaatsen met meer dan 1000 inwoners. Na het dreigement van de dienstdoende verpleegster dat een diagnose al een kostbare grap wordt, voelt Henk zich plots iets beter en besluiten we het nog een nachtje aan te zien. Misschien morgenvroeg naar de dokterspost als het echt nodig is, dat is nl gratis. Rond 19:30 rijden we Punakaiki binnen en gaan we op zoek naar ons huisje. Paparoa Whare, http://www.punakaiki-accommodation.co.nz/?page_id=366 . Weer een heel leuke plek midden in de natuur en bijna bij het strand. Twee decks en een bad buiten. Voor Henk is het bed het belangrijkste en dat is comfortabel. Ik kook voor mezelf een beetje eten en duik er ook op tijd in. Morgen zien we verder.

Henk heeft een goede nacht gehad en probeert een klein beetje te eten. Daarna gaan we op pad naar de Pancake rocks, 3 km verderop. http://www.punakaiki.co.nz/. 30 miljoen jaar geleden ontstonden hier langzaam laagjes zeedieren, planten en zand op de bodem van de ocean. Door de tijd heen en de druk werden dit kalksteen rotsen. Door aardbevingsactiviteit werd op een gegeven moment de bodem van de ocean hoog en droog omhoog gebracht. De wind en de regen hebben de zachte lagen tussen de harde lagen in al die jaren uitgesleten tot het uiteindelijk op stapels pannenkoeken lijkt. Tussen de rotsen zitten gaten waar de zee door omhoog spuit. Het beste ga je met hoogtij, dan is de zee het wildst en spuit het water via de grotten hoog op. Er is een mooi aangelegd pad dat je dicht langs de pannenkoeken rotsen voert. De gelaagde structuur van de stenen is een prooi voor de zee en slijt steeds verder af. Het inkomende water dat zich naar binnen beukt, blijft een grillig en krachtig fenomeen. Wij hebben het juiste getij. Bij het informatiecentrum hangt een tabel. Na dit tripje gaan we terug naar huis en duikt Henk het bed weer in. Hij voelt zich wel echt beter, dus de dokter hoeft er niet meer aan te pas te komen. Ik had hier een mooie wandeling gepland: The Pororari River track. En omdat ik de hele middag nog over heb besluit ik deze alleen te gaan lopen. Niet gezellig, maar wel rustgevend. Wat een verrassend mooie wandeling, dwars door het regenwoud, maar helaas begint het te regenen. Ik had graag meer foto’s gemaakt van de Pororari River met aan de overkant de enorme rotswanden. Onderweg kom ik een familie Weka’s tegen (zeg maar bruine kippen) en af en toe een paar wandelaars. Na ruim 3 uur lopen ben ik terug bij de auto en ga naar huis. Daar tref ik gelukkig een veel betere Henk aan. De buikgriep is nu eindelijk op z’n retour. Die avond kijken we weer een paar afleveringen van Wie is de Mol België – een top seizoen, bedankt Nens voor de tip.

Zondagmorgen, we vertrekken richting Nelson, maar niet voordat we de korte Truman track lopen naar het strand met mooie rotspartijen en een waterval. Het weer is opgeknapt en het zonnetje schijnt voorzichtig. Aangekomen, en kort genietend van het uitzicht, blijken er zoveel sandflies te zitten dat het wandelen hier helaas niet heel erg veel lol brengt. Al snel houden we het voor gezien, de monsters…. lopen we terug naar de auto en vertrekken naar het noorden voor een stop bij Fox River voor de Sunday Market. Dit is echt een onverwachts feestje! Het is een piepklein maar erg sfeervol marktje op een open plek bij de rivier. Er staan allemaal locals met eigen gemaakte producten, er speelt een hele goede gitarist en iemand bakt pancakes, yam. Iedereen is even hartelijk en begroet je alsof je verloren gewaande familie bent. Na dit rustpunt rijden we verder omhoog richting Westport en slaan net daarvoor rechtsaf, de SH6 op door de Buller Gorge. Aan het eind van de middag komen we aan in Wakefield waar de bakker nog open is. Hier halen we weer heerlijk versgebakken Europees brood voor de komende dagen. En ze hebben een soort Limburgse vlaai, ook lekker. In het nieuwe huisje hebben we een vriezer, dus de voorraad blijft lekker vers. Nu rijden we door naar Kina Beach, daar wacht het huisje van Lou op ons. Aroha Cottage (Aroha betekend Liefde in het Maori). https://www.bookabach.co.nz/baches-and-holiday-homes/view/4914 Het huisje is ooit door een Nederlandse dame gebouwd, het heeft een verdieping incl. stijle trap, dat hier weinig voorkomt. We rijden langs The Old Schoolhouse, onze prachtige cottage van vorig jaar middenin een wijngaard. Deze keer zitten we bijna op het (keien)strand. Zes nachten verblijven we hier. Als we aankomen staat het hek open en worden we welkom geheten door tientallen vogels in de tuin. O wat is het een schattig huisje en vooral de tuin is prachtig. De blikvanger is een grote vijgenboom met superrijpe vijgen waar omheen het deck is gebouwd. De luie stoelen staan al uitnodigend klaar. Hier gaan wij heerlijke dagen hebben. Gauw laden we de bagage uit. Het huisje is volledig opgeknapt met nieuwe keuken en badkamer incl. wasmachine. De slaapkamer is een plaatje met harten en hartjes in alle soorten en maten, helemaal in de romantische stijl van Aroha. We voelen ons direct thuis. Even later steekt Lou haar hoofd om de hoek en worden we met 3 dikke zoenen welkom geheten. Vorig jaar hadden we al een goede klik met haar. En ze vind het zo leuk dat ze ons zo snel weer terug ziet. Henk zijn buik gaat nu goed, hij eet iets kleins, maar ik wil zo graag de superverse Fish and Chips van The Smokehouse in Mapua, dat ik daar even alleen heen rijdt om te smullen. http://www.mapuawharf.co.nz/home/the-smokehouse-fish-chips-smoked-fish/ Als we in slaap vallen kunnen we alleen maar denken aan de komende zes relaxdagen in deze omgeving. Henk moet ook nog studeren want hij moet een eindverslag opstellen voor zijn opleiding Mindfulness trainer. En ook daarvoor is het hier een mooie rustige plek.

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 10

Kia Ora allemaal,

Zoals velen van jullie al weten zijn we alweer een paar weken thuis, maar we gaan ons dagboek afmaken, dus jullie krijgen nog een paar mailtjes dat er een nieuw verhaal is ge-upload.

We waren gebleven bij zaterdag 5 maart, in ons franse huis midden in een wijngaard in Cromwell, “The fruitbowl of New Zealand at lake Dunstan”. We hebben in een eerder verslag een verwijzing gemaakt naar het levensgrootste en meest bizarre “ding” van Nieuw Zeeland. Nou dat staat hier in Cromwell. Een megagrote Fruitbowl van een appel, peer, pruim en perzik gewoon langs de weg. http://www.teara.govt.nz/en/photograph/18788/cromwell-sculpture. Vanmorgen hebben we een lazy ochtend. Uitslapen tot wel 9 uur, rustig ontbijten en wennen aan het grote huis. Wasje gedaan en de verzamelde folders van de afgelopen weken uitgezocht. Maar eind van de ochtend gaan we toch lekker op pad richting het mooie Lake Wanaka, met gezellig dorp, 50 km verderop. Info halen over de Rob Roy Track, langs het meer lopen, wat winkeltjes kijken en heerlijk uitgebreid Italiaans lunchen bij Francesca’s Kitchen. http://fransitalian.co.nz/. Op de terugweg stoppen we bij het beroemde Puzzling World. http://www.puzzlingworld.co.nz/. Vorig jaar hadden we hier geen tijd voor, maar Henk moet dit toch echt 1 keer in zijn leven hebben gezien. Stuart and Jan Landsborough verkochten in 1973 hun huis en kochten 7 hectare grond buiten een dorp van 800 inwoners om een levensgroot doolhof te bouwen. De meeste mensen waren ervan overtuigd dat zij hun verstand hadden verloren. Dat dorp was Wanaka. Zes weken en 12.000 planken later was The Great Maze klaar, precies voor het zomerseizoen 1973/1974 en trok dat jaar al bijna 18.000 toeristen. De jaren daarna is Stuart gevraagd om wereldwijd doolhoven te bouwen – 25 stuks (o.a. in Japan, Amerika, Australië). Onderwijl bouwden ze ook verder aan hun eigen Puzzling World in Wanaka. Het doolhof werd groter en uitgebreid met bruggen waardoor het ‘s werelds eerste 3D maze werd. Ook binnenshuis kwam er aandacht voor optische illusies. Een kamer met een hoek van 15 graden waar het water omhoog stroomt en op een biljard de ballen omhoog rollen, een verwarrend Roman toilet, de iconische leunende kloktoren op 53 graden met een klok die achteruit loopt en ‘s werelds grootste “hall of following faces” , een puzzling café met tientallen gek-makende spelletjes, en een hal met fantastische hologrammen. Ook is er plek voor “onze eigen” wereldberoemde M.C. Escher (1889-1972 Leeuwarden). Wereldwijd een van de beste grafici. Zijn beroemde “onmogelijke tekeningen” hangen hier. http://www.mcescher.nl/over/biografie/. Puzzling World is een grote attractie geworden met jaarlijks rond de 200.000 bezoekers. Inmiddels hebben Stuart en Jan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en hebben dochter en schoonzoon het stokje overgenomen. Er zijn nog grote plannen voor verdere uitbreiding voor “Wanaka’s World of Weirdness”

Aangekomen, gaan wij eerst buiten door The Great Maze. Met 4 torens op elke hoek in de kleuren rood, blauw, groen en geel moet je door het doolhof in bepaalde kleurvolgorde. Hier kun je als je wanhopig wordt zeker 2 tot 3 uur over doen. Ik geloofde er niets van, want hoe ingewikkeld kan het nu zijn? Na 20 minuten waren we nog niet in staat om bij toren Rood te komen en probeerde via een paar bruggen bij Geel te komen. We begonnen nu toch een tikkie wanhopig te worden doordat we niet serieus hadden opgelet en op aanraden van Henk zijn we stiekem door de dienstuitgang ontsnapt. Tijd om binnen alles te ontdekken. We nemen de tijd en worden weer kind. Het is echt geweldig om hier rond te lopen in één grote illusie. Je hersenen, evenwichtsorgaan en eigenlijk alles in je lijf snappen er niets van. In de schuine 15 graden kamer is het echt heel gaaf want je kunt door de zwaartekracht op een stoel naar boven toe rollen... totaal onbegrijpelijk. Met een trap naar beneden om de stoel bij de start aan een magneet vast te zetten. Er stroomt water omhoog en op het biljard rollen de ballen omhoog de gaten in. Henk werd in die kamer daadwerkelijk niet lekker maar gelukkig kun je even op het “scheve trapje aan de muur” gaan staan en voel je je gelijk weer beter. Dat trapje is nl gewoon waterpas. Er is ook een grote kamer met een oplopende vloer en aflopen plafond waar je door de ene deur een dwergje lijkt van nog geen 30 cm en door de andere deur een enorme reus die niet in de kamer past. In een gang hangen de hologrammen en die zijn prachtig gemaakt, vooral die met de clown waarin maar liefst 6 scènes zitten. Het meest indrukwekkende is toch wel de ‘Hall of Following Faces’. Hier hangen 168 mallen van Albert Einstein, Moeder Theresa, Winston Churchill, Vincent van Gogh, Nelson Mandela, Ludwig von Beethoven en Abraham Lincoln. Een personage heeft 5 rijen boven elkaar met 5 gezichten. Onze hersens vertellen dat de gezichten naar voren uitsteken, maar in werkelijkheid zijn het juist holle maskers. Als je er langsloopt volgen al 25 gezichten jou. Beetje onbehagelijk maar het is heel knap gemaakt. Al met al zijn we uren zoet in dit speelparadijs. Aan het begin van de avond rijden we terug naar Cromwell. Door de uitgebreide lunch eten we vanavond iets lichts. Henk gaat foto’s uitzoeken en ik zoek alvast wat dingen uit voor morgen. Het was een super leuke dag vol illusies.

Vandaag is het Farmers Market in Cromwell’s Old Town. Daar zijn we nieuwsgierig naar! Het start al om 9 uur. Een farmers market is een begrip in Nieuw-Zeeland. Veel plaatsen hebben er eentje. Meestal op zondag, komen de boeren en andere lokale producenten naar het dorp om de verse producten te verkopen. Vaak wordt het gezellig opgeluisterd door een bandje. Zo ook hier in Cromwell in de vorm van het plaatselijke ‘hippie koor’ dat gezellig (en enigszins vals) staat te zingen. De picknick-kleedjes worden uitgespreid en hele families vieren hier het uitje van de week. Voor onze begrippen is het heel kleinschalig, met zo’n 8 tot 12 tafeltjes / kraampjes, dus stel je geen uitgebreide markt voor. Maar wel heel sfeervol ! Cromwell Old Town is een gedeelte van het dorp waar nog hele oude gebouwtjes staan van rond 1880. Een soort klein openlucht museum. Wij ontbijten in zo’n lokaal oud tentje op terras. Het beloofd een mooie zonnige en warme dag te worden. Bij een Scandinavische bakker kopen we brood en kletsen even met het jonge stel. Het blijkt dat zij het best zwaar hebben, weinig verdienen en missen heel erg hun thuisland en Europa. Teruggaan is geen optie voor ze. Na de markt gaan we op pad richting het GOUD. Via Clyde rijden we naar Ophir, een piepklein dorp (1 straat met zo’n 17 pandjes) waar de tijd heeft stilgestaan. Het kan zo in een western film van 100 jaar geleden. Als je er ooit komt zorg dat je over de klassieke oude suspension bridge rijdt. Je hoopt dat het de auto kan dragen… met die smalle krakende planken, en een scherpe bocht met rotsen aan de andere kant waardoor je tegenliggers moeilijk kan zien. Wij konden de verleiding niet weerstaan en zijn er een paar keer overheen gereden. Sinds een paar jaar zit er in Ophir een heel erg goed (!) restaurantje incl. accommodatie. Ophirs Pitches Store: http://www.pitches-store.co.nz/. Vroeger een winkeltje maar nu schitterend omgebouwd tot lokale eet- en slaapgelegenheid. Normaal is Ophir een slaperig dorp, maar op zondagen komt het tot leven. Wij gaan lunchen bij Pitches en het is erg lekker. Na Ophir rijden we dieper het goudmijnengebied in. Je vindt hier hele kleine, soms verlaten dorpjes. Vroeger was het in dit gebied volop bedrijvigheid, maar met het verdwijnen van het goud, verdwenen ook de mensen. Ons einddoel voor vandaag is St Bathans (ghost town) and the Blue Lake. Ooit heb ik een foto gezien van het Vulcan Hotel (historic Icon of New Zealand) Daar wil ik ook heen! Je weet werkelijk niet wat je ziet, je wordt bij aankomst bij het hotel direct teruggeworpen in de tijd. Voordat we iets gaan drinken gaan we eerst wandelen langs het Blue Lake en dalen af naar de waterkant. Omdat het zondag is zijn er een paar gezinnen met kids zodat er leven in de brouwerij is. Het meer is omgeven door kalksteen rotsen en dat maakt het intiem. Wij gaan met de voetjes in het water en worden aangesproken door een jonge vader van 4 kids. De kiwi’s zijn altijd in voor een praatje met andere wereldburgers. Hij hoorde ons praten en spreekt ons in het Zuid-Afrikaans aan. Zo grappig maar prima te verstaan. Zij zijn met het gezin een aantal jaar geleden geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland. Zuid-Afrika werd veel te onveilig voor blanken en dat onderstreept hij met een aantal beklemmende verhalen. Maar hier voelen zij zich echt op hun plek. Hij is tandarts in Ranfurly en is een dagje naar hier gekomen. Verder hebben we het nog over de wereldproblematiek en hierin merk je dat hij geen echte Kiwi is. Hij volgt echt het wereldnieuws op de voet. Aan het einde drukt hij ons toch echt nog even op het hart om ook naar hier te emigreren. Een betere stap is er niet volgens hem. Als we voldoende zijn afgekoeld en ook nog de oever van het meer hebben verkent gaan we terug naar boven om bij het Vulcan Hotel wat te drinken. Mijn verwachtingen zijn uitgekomen. Via de dorpjes krijgen we een goede indruk van een stukje geschiedenis. Het gebied ligt niet op de toeristische route maar als je echt veel tijd te besteden hebt, is het de moeite waard om te bezoeken. We sluiten af met Clyde en haar dam en rijden dan de mooie weg langs the Clutha River met flinke rotswanden terug naar Cromwell. Een bezoek aan de supermarkt is weer nodig om onze voorraad aan te vullen. Daarna fijn naar huis om een potje te koken en na te genieten. Later op de avond staan we in het pikkedonker weer buiten naar de prachtige sterrenhemel te staren. Alweer is ‘the Milky Way’ te zien en miljoenen andere sterren. De konijntjes hupsen ondertussen om ons heen. Het blijft zo prachtig en bijzonder om te zien. Jammer dat we dat in Nederland niet kunnen.

Als we opstaan en de gordijnen opentrekken blijkt het zwaar bewolkt weer. Jammer, gister was het nog zo warm en helder. We willen richting Lake Hawea en Lake Wanaka rijden. Maar gaan nu eerst thuis maar even aan het verslag en de foto’s werken en een wasje draaien. Later in de morgen gaan we op pad richting lake Hawea. We rijden back country roads – Hawea Back rd – Timaru Creek Rd en Dingle Burn Station Rd. helemaal tot het eind rechts langs het meer. De uitzichten moeten geweldig zijn bij helder weer, maar nu zien we maar een gedeelte van de bergen. We stoppen bij de Timaru River, want Henk denkt even een paar foto’s te gaan maken maar komt na 2 minuten al terugrennen… die lol was van korte duur want de sandflies vieren hier vandaag een feestje. Als gekken spuiten we ons in en vluchten weg met onze auto. Jammer, maar wij willen liever niet gestoken worden… al hebben Henk en ik toch weer 2 beten gevonden. Het weer klaart maar niet op en we besluiten terug te rijden via Wanaka. Daar gaan we bij Edgewater Resorts thee met scones nuttigen. Zij zijn beroemd om hun heerlijke verse gebakken scones. http://www.edgewater.co.nz/dining/#cafe-and-scones. Tevens kunnen we er uitgebreid internetten. Dan kan nl in ons huis niet. Ik koop ook nog even een nieuwe yogabroek bij Glowing Sky. Die had ik op Stewart Island al gepast, maar toen toch niet gekocht. Al met al hebben we een fijne relaxte dag gehad.

Zo, vandaag is het onze laatste dag en willen dit benutten in de omgeving van Lake Wanaka. Eigenlijk wilden we de Rob Roy Valley track lopen, maar Henk is vannacht ziek geworden, soort buikgriep. Dus we zien wel hoe het vandaag gaat. De zon schijnt en het is helder weer dus dat is perfect. Als eerste stoppen we weer bij Glendhu Bay, een baai van Lake Wanaka, daar hebben we vorig jaar mooie foto’s gemaakt. We zien Mt Aspiring (Tititea) 3033 meter in vol ornaat. We wandelen een stuk van de lake route. Tientallen Fantails, Robins en Silvereye’s (vogeltjes) vergezellen ons. Ze zijn druk in de weer met van alles. Dit blijft een mooie vredige plek om te zijn. Ondanks dat Henk zich beroerd voelt besluiten we toch maar verder te rijden richting de start van de track bij Raspberry Creek. Dat is echter nog 52 km onverhard rijden. Onderweg kijken we nog even bij een aantal rotsklimmers en checken de mogelijkheden voor een helikoptervlucht boven Mt Aspiring National Park. Het is zulk mooi weer dat het een prachtige vlucht kan worden. Maar de kosten zijn stevig en Henk wordt zieker en zieker. Dus dat is een beetje zonde om te doen. De Back country Wanaka – Mt Aspiring Rd is echt heel erg mooi. Dit herinneren we ons nog van vorig jaar. De uitzichten worden per kilometer rijden dieper in het berggebied mooier en mooier. Ten opzichte van de vorige reis hebben we veel beter weer en dus opeens is daar het indrukwekkende uitzicht op de hoge besneeuwde bergen. Die richting oprijdend komen we uiteindelijk bij de parkeerplaats aan en is deze al overvol. Iedereen benut deze mooie dag. Voor Henk is het echter geen feestje, maar toch besluit hij om aan de wandeling te beginnen. Het is zeker 4 uur stevig lopen en klimmen. Dus dat gaan we natuurlijk nu niet doen, dat is teveel van het goede en bewaren we voor de volgende keer. Maar tot de eerste swingbridge gaan we proberen. Het is al een aardig klimmetje en de brug blijft uit het zicht. Uiteindelijk keert Henk toch om. Ik loop nog door tot over de brug en draai dan ook om. Henk zit alweer als een zielig vogeltje in de auto te wachten. We gaan terug zodat Henk het bed in kan. Na ruim anderhalf uur zijn we weer in ons huis en kruipt Hij onder de wol. Ik ga de laatste dingen regelen want morgen vertrekken we alweer. Langs de supermarkt, het levensgrote fruitbowl beeld, de fruitkraam en afscheid nemen van Rose. Daar kan ik ook nog internetten, mobiel checken, bankzaken regelen en het verslag online zetten. Als ik weer thuiskom is Henk nog steeds onder zeil. Ik verzamel alle spullen alvast (we pakken nooit onze tas uit, veel te veel werk) maar als je 5 dagen ergens bent liggen er wel overal spullen. Ik kook een klein potje voor mezelf en ga er ook op tijd in. Het was heerlijk om 5 dagen op 1 plek te zijn. De omgeving blijft inspireren en de volgende keer kunnen we hier zo weer een kleine week verblijven. Morgen hebben we een lange rijdag voor de boeg naar Fox Glacier aan de Westcoast, waar het 180 dagen per jaar regent…. Oei…

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 9

Kia Ora allemaal,

Vandaag is het 1 maart – onze laatste maand Nieuw Zeeland gaat van start. Veel te snel gaat de tijd, maar we beleven alles met vitamine BA – Bewuste Aandacht! Is zo’n Mindfulness-term van Henk om meer in het hier en nu te leven in plaats van in het hoofd.

Te Anau en omgeving ken ik al best goed, maar toch hebben we 2 nieuwe dingen gevonden om onze dagen mee te vullen, ha ha. Vandaag gaan we naar de Mavora Lakes en richting Lake Wakatipu (jawel, het meer van Queenstown waar we al eerder waren). Maar je kunt ook aan de andere kant komen via een hele lange onverharde weg. Eerst rijd ik even naar de supermarkt voor verse broodjes, en waar kom ik mee thuis: Bolletje beschuit, Heinz Sandwich Spread komkommer, gemberkoek van Peijnenburg. Schijnbaar wonen ook in deze omgeving een aantal Nederlanders. Je kunt het altijd aan het assortiment in het gangpad “international” in de supermarkt zien. De broodjes zijn trouwens bovenverwachting lekker en heel vers. We maken ons lunchpakketje klaar en hup de auto in. Het eerste stukje tot The key is verhard – SH94 maar al snel daarna slaan we links af de onverharde weg op. Zo hobbelen we zo’n 35 km door (zeker 1 uur rijden) tot we aankomen bij de 2 meren. South and North Mavora lakes. Het is er sprookjesachtig mooi en er is helemaal niemand! We kiezen een wandeling rondom het North meer. We zien veel vogels en nu we geoefende spotters zijn geworden nemen we de tijd om te luisteren naar het o zo mooie gezang en te kijken hoe vrolijk en vrij ze hippen van tak naar tak en boom naar boom. Het is hier zo vredig – de enigen die de boel verstoren zijn die ellendige sandflies. Dus niet stilstaan is ons devies dan kunnen ze nl. niet op je landen. Het zijn gemene piepkleine beestjes die naast bijten eigenlijk niets kunnen. Na de wandeling picknicken we bij het meer. Henk neemt nog een geluidsopname op van het kabbelende water en het gezang van alle vogels. Dat vind ik zo mooi om naar te luisteren. Nu heb ik voor thuis deze herinnering. We rijden de Mt Nicholas Road verder, dit wordt later de Von Road. Totaal 51 km midden door de echte High Country en daar doen we zeker 2 uur over. Het is er prachtig. De Von Valley met rivier ligt tussen de hoge pieken en er zijn verder alleen goudgele vlaktes van dor gras. We weten dat er aan het einde bij Lake Wakatipu 2 stations zijn: Mt Nic en Walter Peak. Al het land dat we zien behoort tot deze grote stations. Mt Nic is ruim 100.000 hectare groot – nee ik vergis me niet in een nulletje en het is een family owned and runed working Merino sheep station. We rijden dwars door kleine riviertjes, slingeren op en neer langs bergen, zien veel schapen en soms een paar koeien. De weg is smal maar we komen nagenoeg niemand tegen. Je ziet met enige regelmaat een hut. Bij één ervan staan paarden en blaft een hond. We rijden even langs en een jongedame vertelt dat “ze” (zijzelf en een aantal cowboys) hier nu 4 dagen zijn om in deze uithoek van hun grondgebied de schapen te verplaatsen naar een andere paddock. Ze zijn van Mt Nic station en doen alles te paard en met de sheepdogs. Wat een vrij leven. Na een lange rit met veel fotostops zien we eindelijk na de zoveelste bocht het meer Wakatipu voor ons met links de besneeuwde bergtoppen erachter. Het lijkt of er meer sneeuw op is gekomen sinds een paar weken geleden. Het is heel gek om te beseffen dat we nu aan de andere kant van het meer staan in onherbergzaam gebied en links richting Glenorchy en rechts richting Queenstown kijken. Wat is het toch een bizar mooi land. In de late middagzon rijden we dezelfde weg terug, ook nu is het licht mooi warm om foto’s te maken. Pas na 7-en rijden we Te Anau weer binnen en besluiten om niet meer zelf te koken maar in een Italiaans tentje te eten en op tijd te gaan liggen met een goed boek.

Vandaag is de grote dag, Henk gaat ‘Mitre Peak’ zien! Eerst weer even de heerlijke verse broodjes bij de supermarkt halen. Ontbijten en weer een lunchpakketje maken. Aan de Te Anau – Milford Highway is namelijk helemaal niets. En het café in Milford Sound is te slecht, voor zover ik me kan herinneren. Ja, vandaag gaan we Milford Sound bezoeken (Piopiotahi). Dit is de nummer 1 attractie van Nieuw Zeeland en wereldberoemd. De weg is 120 km lang en daar gaan we 2,5 uur over doen zonder stops !! Henk verbaast zich er nog steeds over als ik weer eens de reistijd benoem. Je moet zorgen dat je ruim voor 8 uur al op pad gaat, of na 10 uur, om geen last te hebben van de vele tientallen bussen vol toeristen die ook deze kant op gaan. Vanuit Te Anau maar ook vanuit Queenstown komen ze en overspoelen de smalle weg. De bussen nemen altijd de lunch-cruises en zijn later in de middag alweer op de terugweg. Dus deze dag goed plannen is zeer waardevol. Nu is de weg ernaar toe al prachtig en veel stops en wandelingen waard. Er is een hele goede brochure bij de I-site verkrijgbaar met indeling van de route en welke stop hoelang duurt. We kunnen vandaag niet alles doen, we moeten om half 3 bij de boot zijn voor een laatste cruise van die dag door het fiord. Bij de Mirror Lakes, onze eerste stop worden we getrakteerd op inderdaad een superstrakke spiegel met hele mooie bergen. Het is windstil en helder weer. Our Lucky day. Daarna kiezen we de hele mooie wandeling bij Lake Gunn en verbruiken hier weer tijd om naar al die leuke vogeltjes te kijken en luisteren, zo schiet het niet op, ha ha. Verder zijn er diverse lookouts en fotogenieke plekken. De bergen worden hoger en hoger en zo slingeren we langzaam omhoog richting de 1.2 km lange Homer Tunnel. Een hoogstaand staaltje handwerk. Een flink gat in een berg om doorgang te verkrijgen. Dit is in 1953 voltooid. Het is er smal – 1,5 baan en er ligt geen asfalt, het licht is summier en het “lekt”. Nu in het drukke seizoen werken ze tegenwoordig met een verkeerslicht voor de veiligheid. We hebben geluk want het licht staat op groen. Aan de andere kant van de tunnel is het weer ook goed! Mooi meegenomen, want in Fiordland regent het 300 dagen per jaar en niet een beetje! Eigenlijk is het met regen nog veel mooier in het Fiordland, want dan krijg je veel grote watervallen (ik noem het altijd de huilende bergen) maar hé we hebben al genoeg vochtigheid gehad, dus wij zijn blij met een zonnige dag. Henk kijkt zijn ogen uit en ook voor mij was het al weer 12 jaar geleden. Uiteindelijk na flink slingerend afdalen komen we aan in Milford Sound. De beroemde Mitre Peak is direct zichtbaar. De Sandflies zijn hier op zijn hongerigst en met vele duizenden, dus een stevige insect repellent is een must anders heb je hier geen leven. Het oude bezoekerscentrum bij het haventje is inmiddels vervangen door een heel modern en mooi centrum waar de cruise-bedrijven hun trips aanbieden. We checken in bij Southern Discovery op de kleine boot voor onze 2,5 uur durende trip. http://www.southerndiscoveries.co.nz/category/milford-sound/. Milford Sound is korter dan Doubtful Sound maar ook wel erg mooi. We staan lekker buiten op de boeg en genieten van al die indrukwekkende plaatjes die we voorgeschoteld krijgen. Van de hangende tuinen vol mossen en planten, tot watervallen en hoge bergen loodrecht uit zee oprijzend. We varen tot open zee en draaien daarna om. Op de terugweg krijgen zowel de boot als wij gratis een grondige wasbeurt. De schipper waarschuwt wel even maar draait daarna zijn bootje rond midden in de Sterling Falls. Deze grote waterval (40 m hoog en 5 meter breed) is van dichtbij toch erg spannend en wie durft er op die boeg te blijven staan. Zo, wij zijn opgefrist en de camera’s ook want we bleven zo lang mogelijk die waterval fotograferen tot de lenzen kletsnat waren! Gauw met tissues droogmaken en nagenieten van deze ervaring! Als we weer aan wal zijn, rijden we dezelfde weg terug en stoppen nog bij The Chasm, daar zijn op de parkeerplaats de altijd brutale Kea’s (fiordland papagaaien) actief. Sloopbedrijven zouden hen goedkoop kunnen inzetten, want ze molesteren auto’s, trekken de rubbers overal tussenuit, verwijderen de ruitenwissers en schooieren wat rond. Maar niet voeren is het motto. Ze moeten zelf aan hun kostje komen! De wandeling door de kloof met een waterval is mooi. Nu het al bijna 6 uur is zijn de meeste toeristen en vooral alle bussen allang uit het gebied vertrokken. We rijden dan ook heerlijk relaxed de terugweg naar ons huisje. Onderweg bij het “mobile petrol station” halen we echte Indiase take away en eten die lekker op voor de laptop met onze favoriete serie Wie is de mol. Moe van twee mooie dagen vallen we in slaap. De wekker is gezet, want we moeten morgen vroeg uit de veren.

We zijn op tijd wakker geworden, snel in de kleren, naar de supermarkt voor de verse broodjes en om half 8 zitten we in de auto op weg naar het zuiden. Onze bestemming:

Lake Hauroko: Een van de meest zuidelijk gelegen meren en midden in het Fiordland National park, het is S-vormig en ongeveer 63 km2 groot en met 462 meter het diepste meer van Nieuw Zeeland, absoluut niet toeristisch en zo’n 2 uur rijden van Te Anau. We worden er om 9:45 verwacht bij de jetty voor een topdag, we hebben hier allebei naar uitgekeken. Het eerste deel van de weg schiet lekker op en bij Clifden slaan we rechtsaf bij het bord Lake Hauroko. Nu wordt de weg al snel onverhard en schieten we minder snel op. Die 2 uur hebben we echt nodig gehad. De weg is mooi en we komen niemand tegen. Soms voel je je bijna eenzaam en hoop je ook maar dat we geen lekke band of zo krijgen. Want er is in deze gebieden geen bereik voor de telefoon, dus dan wordt het zelf aan de slag gaan. Als we uiteindelijk bij het meer aankomen staan daar al 2 auto’s, een oude camper en Johan met zijn Jetboat. We zijn vandaag maar met 6 personen, Ralf en Kerry uit de USA, Berryl en John uit Christchurch N.Z. en wij. Johan, de eigenaar en 2de generatie Nederlander, zal ons een onvergetelijke dag bezorgen op de Wairaurahiri River. http://www.wjet.co.nz/

Na de safety uitleg, zwemvesten aan en een leuke modieuze wollen muts uitzoeken (ja, er is een foto… sensuur -hihi) kunnen we “de boot” in. Ruimte genoeg, normaal kunnen er wel 10 mensen in. We varen over het rustige meer richting zuiden naar de ingang van de Wauraurahiri River. Dit is een van de wildste rivieren van Nieuw Zeeland met 200 meter verval tot zeeniveau, incl. een aantal rapids. We gaan 46 km stroom afwaarts naar open zee. Door alle regen van de afgelopen weken is de rivier “goed” gevuld hetgeen de trip extra spectaculair maakt. De rivier is nu relatief diep, ik schat ongeveer 1 – 1,5 meter en de jetboat zou al genoeg hebben aan slechts 50 cm! Zodra we de gemiddeld 15-meter brede rivier op varen gaat het gas vol open. De rivier is vrij smal en omgeven door bergen begroeid met regenwoud. Een sprookje is het….. Wij gaan echter met een enorme snelheid, met behulp van de 600 PK sterke V8 motoren, uitwijkend van links naar rechts rakelings langs rotsen en tussen boomstronken door. De jetboat heeft, met die platte bodem en superstrakke lijnen, schijnbaar weinig last van de stroomversnellingen en alleen bij hogere golven ‘klapt’ deze er overheen waarbij ik soms denk dat een niergordel geen overbodige luxe zou zijn! Het is duidelijk dat Johan uitstekend de juiste weg weet te vinden. Af en toe stopt Johan en vertelt honderd uit over dit geïsoleerde fiordland gebied. Hij is hier opgegroeid en kent bijna elke hoek, elke boom en elke vogel. Naast, of eigenlijk tijdens, deze trip verzorgt zijn bedrijf ook het plaatsen van vallen voor opossums en hermelijnen om zo de vogels te beschermen. We checken onderweg een paar vallen op gevangen dieren. In dit gebied loopt ook een track, met enkele hutten, maar er zijn weinig wandelaars die voor deze route kiezen. Wij leggen aan bij een hut om het visitor book te checken en om te kijken of er wandelaars hulp nodig hebben. Deze keer is alles in orde en Johan meldt dat direct terug aan het DOC. Op deze manier worden wandelaars in de gaten gehouden. Een stuk verder gaan we aan land en staan we midden in het eeuwenoude regenwoud waar nauwelijks mensen komen. We maken een korte wandeling en Johan verteld honderduit over de natuur. Uiteindelijk komen we met de jetboat en de nodige adrenaline in ons bloed, aan bij de zee aan de zuidkant van Fiordland. We varen een stukje op open zee om zo de kustlijn te kunnen zien. Daarna zet Johan ons af op het keienstrand. Wij kunnen een korte wandeling maken richting de Waitutu hut, want daar zal hij voor de lunch zorgen. Als we aankomen weten we niet wat we zien. Een grote hut (lodge) met meerdere bijgebouwtjes. Het is behoorlijk ‘Basic’ qua inrichting maar wandelaars kunnen hier prima overnachten. Je kunt hier ook met de boot heen, een paar dagen vertoeven en worden teruggebracht. Er zijn hier nl ook kortere wandelingen te maken. Het is echt ver van de bewoonde wereld. Misschien dat we dit voor een volgende keer ook gaan doen. Het is hier zo vredig en stil… meestal… De picknicktafel is gedekt met crackers, kaassoorten en worst en niet te vergeten een goede witte wijn die direct wordt ingeschonken. We kletsen allen over de avonturen en onze thuislanden. Johan is met het grillen van diverse soorten vlees bezig en waarschuwt dat er een helikopter in aantocht is met een generator. Die van de lodge is namelijk kapot. En ja hoor, na 5 minuten horen we al het specifieke geluid van een heli en moeten we onze spullen in veiligheid brengen want hij gaat op 10 meter afstand van onze tafel op het grasveld landen. Het geluid wordt steeds luider en daar komt de heli aan met, onderaan een lange kabel, een flinke generator. De heli landt netjes met een oorverdovend lawaai van de motor. Wij weer verder met onze hapjes die gelukkig niet allemaal waren weggewaaid… na 10 minuten wordt al besloten om de generator direct op de juiste plek te plaatsen. De heli stijgt weer met het apparaat op en ‘zweeft’ vervolgens ongeveer 50 meter boven een flinke schuur waar de generator in moet komen. De piloot laat het in één keer tot in perfectie voor de ingang zakken. Zo besef je al beter hoe het is om afgelegen te moeten wonen en dat je afhankelijk bent van goedwerkende apparatuur. Dit was een extra kers op de toch al heerlijke taart. Inmiddels is het vlees gebraden, hert, lam, worstjes met groente en salade. Het is overheerlijk, we zitten gezellig bij elkaar in de buitenlucht te genieten van dit serene plekje. Na de lunch kunnen diegene die dat willen een wandeling maken richting de rivier. Johan komt ons dan oppikken op een plek bij een Swingbridge. Ralph, Kerry en wij besluiten te gaan lopen. De oudere Kiwi’s blijven lekker zitten en komen later met Johan en de boot. We lopen weer door regenwoud waar zo weinig mensen komen. Het pad is soms wat lastig vanwege de regenval. Modder en veel wortels, soms een kleine afdaling met touwen voor enige steun. Goed opletten dus. Maar uiteindelijk komen we bij de swingbridge met een bordje “maar 1 persoon tegelijk”. We hebben er al veel gezien en gelopen, maar zo eentje nog nooit. Johan heeft aangegeven dat we de brug over MOETEN, anders kunnen we niet bij de jetboat instappen. Geen keuze dus, ik ga als eerste. In het begin is het spannend, zeker de eerste 4 meter omhoog want daar zit geen bescherming aan de zijkant. Bovenaan zie ik de rivier voorbij stromen en de toch wel lange brug. Het loopvlak slechts 25 cm smal is, bestaande uit alleen gaas met regelmatig een stalen strookje voor de stevigheid. Aan weerszijden gelukkig ook gaas met op heuphoogte staalkabel waarmee je het evenwicht kan behouden. De lengte van zo’n 30 meter zorgt voor een zeer wiebelig avontuur en wanneer je onverhoopt naar de wildstromende rivier onder je kijkt, raak je volledig gedesoriënteerd en lijkt de brug helemaal naar links te bewegen! Oeps, maar beter niet meer doen en gewoon stoïcijns rechtuit kijken naar die metalen deur net voorbij het midden op de swingbridge… wacht even… een metalen deur?? Dus nu maar hopen dat die niet op slot zit… Al met al vind ik het stiekem toch fantastisch en loop ik als een blij ei over die wiebelige brug. Aangekomen bij de deur in het midden, blijkt hij niet op slot. Deze is namelijk bedoeld voor de opossums en hermelijnen, zodat ze niet naar de overkant kunnen lopen.

Uiteindelijk komen we alle vier veilig aan de overkant en horen we de jetboat al aankomen. De terugweg op de rivier is weer net zo spectaculair. Soms heftig bewegend met veel opspattend water en de bijbehorende adrenaline-boost. Maar bij iedereen is een grote glimlach op het gezicht te zien! Op een bepaald punt kunnen de fotograven onder ons uitstappen om foto’s te maken van de jetboat in actie. Henk, Kerry en Berryl gaan er uit en ik blijf lekker met twee heren zitten. Dit wordt heel leuk. Johan slooft zich natuurlijk uit en haalt er het maximale uit qua snelheid en wendbaarheid. We maken zelfs een 360 graden rondje waarbij de boot van achter helemaal uit het water komt en de boot rond zijn as draait en daarbij een muur van water creëert die alles en iedereen uit zicht neemt. Henk fotografeert er lustig op los en wordt door de golfslag nat tot boven zijn knieën. Uiteindelijk komt de rivier weer uit bij het meer en moeten we nog de oversteek naar de jetty maken. Het water is helaas wat wilder geworden met golven van 1 meter hoog en daardoor ‘klapt’ de boot regelmatig hard op het water. Dat is iets minder lekker voor de rug en knieën. Maar oh, wat hebben we een hele gave dag gehad. Super verzorgd, veel geleerd over de natuur en veel spektakel. Rond half 5 zijn we weer bij de jetty, helpen Johan met opruimen en nemen hartelijk afscheid van onze medepassagiers. Nu kunnen we weer aan de 2 uur durende terugrit beginnen en heerlijk dromerig nagenieten van deze fantastische dag. Als we thuis komen maken we soep warm en snijden het brood. Lekker de benen op de bank en uitrusten. Morgen gaan we weer verhuizen en dit keer naar Cromwell.

Voor de laatste keer haal ik de heerlijke broodjes voor ons ontbijt. Alles is weer verzameld en ingepakt. Rond 10 uur nemen we afscheid van Annet. We zullen haar hier niet meer zien, want Blue Thistle Cottage staat te koop. Na 16 jaar Te Anau gaan ze terug richting noorden van het Zuider eiland om van hun pensioen te genieten. Daar wonen ook de kinderen en kleinkinderen. En die hebben ze nu al 4 jaar niet gezien. Ja dat is ook het leven in een groot land. Familie en kinderen zie je heel weinig ‘live’. Ik ken Peter en Annet nog vanuit mijn tijd bij The Green Spot, destijds hadden ze een accommodatie in Picton. Wie weet komen we ze elders nog eens tegen. Het toeval wil dat we nu naar Burn Cottage/Rewa Cadole gaan van Rose en Phil. En wat blijkt, dit zijn goede vrienden van Peter en Annet. Dus we moeten de groeten overbrengen. We rijden via het Bird park in Te Anau om de Takahe in het echt te zien, weliswaar in gevangenschap maar dit is bijna de enige manier om deze vogel te zien. Begin 2000 waren er nog maar zo’n 100 over. Nu is de schatting 250. Dus het gaat de goede kant op. Ook dit is een vrij grote blauwe vogel die niet kan vliegen en wordt dus ook bedreigd doordat o.a. opossums en hermelijnen de vogels, maar vooral de chicks, aanvallen en doden.

Te Anau heeft zich weer van haar mooie kant laten zien. Er is al jarenlang discussie of er een tunnel dwars door een natuurgebied moet komen van Queenstown naar Milford Sound. Dat scheelt heel veel reistijd voor de bussen. Wij zijn tegen! Te Anau en omgeving is te prachtig om te skippen. Als extra tip, zeer de moeite waard: bezoek het cinema in Te Anau voor de film: Ata Whenua - Shadowland http://www.fiordlandcinema.co.nz/ata-whenua-shadowland.

Vanuit Te Anau rijden we de SH94 / SH97 en SH6 naar Cromwell. We wilden de onverharde Nevis Road rijden vanaf Garston, maar doordat dit veel tijd zou vergen kiezen we toch maar voor de gewone SH6, dan kunnen we gezellig in Arrowtown lunchen bij The Postmasters Residence. http://www.postmasters.co.nz/index.htm

Arrowtown blijft een gezellig dorpje. Toeristisch maar wel leuk en altijd gezellig druk. Rond 1 uur zijn we er en we lopen direct naar onze favoriete lunchplek. Op het terras zitten ook 2 gezellige Canadese dames, net gister aangekomen in Nieuw-Zeeland en hongerig naar informatie, die ik dan weer al te graag wil geven. Het wordt een gezellig uurtje en de lunch (quinoasaldade met zalm voor mij en een perfecte hertenburger en salade voor Henk) met wijn is heerlijk. Daarna lopen we gezellig rond en kijken wat winkeltjes, eten nog een ijsje bij Patagonia, ja klinkt Argentijns en dat zijn de eigenaren ook. http://www.patagoniachocolates.co.nz/our-cafes/arrowtown/. En natuurlijk gaan we ook even binnen bij de niet te missen The Remarkables Sweet Shop: http://www.remarkablesweetshop.co.nz/. Later in de middag rijden we het laatste stukje naar Cromwell. We stoppen weer bij de Kawarau Gorge Suspension Bridge. De brug waar ooit het bungee jumpen is uitgevonden. Vorig jaar was het al na 6-en en werd er niet meer gesprongen. Nu is het druk met waaghalzen en Henk leeft zich uit met de camera. In 2000 heb ik hier ook gesprongen speciaal voor mijn groep die ik destijds gidste, nu hoeft het niet meer voor mij, gewoon kijken is prima. Maar het gevoel van toen komt wel weer naar boven hoor. Intussen hebben we met Rose gemaild en gezegd dat we er na 4 uur zullen zijn. We moeten bij haar de sleutel ophalen voor ons Franse landhuis. Rewa Cadole. Eigenlijk wilden we in Burn Cottage Retreat slapen, maar het zat helemaal vol. Maar ze verhuurt voor vrienden nog een heel mooi Frans huis midden in de boutique wijngaard van Rewa. De eigenaresse Phillipa is Nieuw-Zeelandse maar getrouwd met een fransman, nu wonende in Frankrijk maar bezitten hier een wijngaard incl. in Franse stijl gebouwd huis. http://www.burncottageretreat.co.nz/Rewa's_Cadole_-_Private_Vineyard_Accommodation

Rose rijdt met ons mee naar het 6 km verder gelegen huis dat midden in de wijngaard ligt. Wat een plek en wat is het huis groot! We blijven 5 nachten, hier gaan we zeker van genieten en ook een beetje uitrusten. Rose laat ons alles zien en vertelt hoe bepaalde dingen werken en waar we wat kunnen vinden. Ze heeft ook een enorme schaal met walnoten uit haar tuin neergezet en 2 flessen Rewa wijn. Ze vraagt nog of we via de Nevis Rd zijn gereden, nee vertellen we, gelukkig maar zegt ze want er is daar vandaag een dodelijk ongeluk gebeurd met jagers en een geladen geweer dat in de achterbak lag te rammelen en is afgegaan. Deel van de weg was afgezet en er was veel politie op de been. Als ze weg is gaan we ons installeren, maken ook even de vloeren schoon, want het is wat stoffig vinden wij. Het huis wordt niet zo heel vaak verhuurd. Ramen open en even luchten. Dan koken we ons potje en zitten nog wat onwennig rond te kijken. Wat een huis, mooi, groot en heel Frans!

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 8

Kia Ora allemaal,

Vrijdag 26 februari, de dag dat we naar het derde eiland van Nieuw-Zeeland vliegen. Stewart Island – Rakiura (Glowing Sky). Inmiddels is bijna het gehele eiland een National Park geworden. De regen en nu ook de wind nemen toe. Als ons vliegtuigje naar Stewart Island maar gaat vandaag?! Bij het maken van het ontbijt klapt de power er uit. We hebben wel de bonus hier, eerst geen water door een defecte waterpomp nu geen stroom. Nick komt vertellen dat een deel van de Curio Bay kust een stroomstoring heeft, vermoedelijk vanwege de zeer harde wind is er een kabel stuk. Gelukkig hadden wij net een bakkie thee, ik mijn haren gedroogd en kunnen we ontbijten. Bij het terugbrengen van de sleutel vragen we voor de zekerheid aan Dani of ze vanavond nog plek heeft voor ons. Mocht het vliegtuigje niet gaan, dan komen we terug. Dat is goed, ze houdt het huisje voor ons vrij maar vermoed wel dat het weer opknapt en we gewoon om 13:00 vliegen. Ze zijn hier gewend aan zeer harde wind. Nu rijden we ‘vol vertrouwen’ richting Invercargill. In de grootste stad van het zuiden (50.000 inw) heb ik een top café gevonden: The Batch Café, 173 Spey street. Het hangt er met de benen uit, dus het zal inderdaad wel goed zijn. Of is het de enige gezellige plek van Invercargill Wiesje? Want dat is het wel, gezellig en zeer veel lekkers te krijgen! In ieder geval drinken we koffie/thee met iets lekkers erbij. En dat iets lekkers is echt hemels heerlijk. Henk zei dat de “Sticky date” met karamel het lekkerste stuk cake is dat hij ooit heeft gegeten. We nemen gelijk maar 2 cakejes mee voor op S.I. en besluiten over 3 dagen als we weer zijn geland hier te gaan ontbijten. Nu op naar het vliegveld, daar wacht Maurice van Executive Car Service (alleen het beste is goed genoeg voor onze auto ha ha) ons op. We laten het grootste gedeelte van de bagage in de auto en dus leek het ons wel zo veilig om hem bewaakt en overdekt te stallen. De kosten $35,- voor ruim 3 dagen, dat is totaal wel 20 euro. Gewoon parkeren op het vliegveld was $30,- dus de keuze was niet zo moeilijk. Ze brengen ons naar de vertrekhal, een piepklein nationaal vliegveldje met maar enkele vluchten per dag, met name naar Christchurch en dan is er dus de desk van Stewart Island Flights. http://www.stewartislandflights.com/ We hebben geboekt en de mevrouw zegt dat er wel wordt gevlogen. Gister zijn er veel vluchten vervallen maar vandaag gaat het nog goed. De vliegtuigjes zijn echt heel erg klein, er kunnen 9 personen in gepropt worden, geen ruimte meer voor de stewardess. De piloot (ja die kan er net bij) legt de veiligheidsprocedures uit en de vlucht duurt 20 tot 30 minuten. Het kan door de wind wat bumpy worden volgens hem. Maar niets teveel gezegd, het is een kalme en vrij rustige vlucht en we krijgen nog een sightseeing vlucht boven Stewart Island extra omdat we moeten wachten tot het andere vliegtuigje is geland en de mensen van de start/landingsbaan af zijn. We landen rond kwart voor 2 en alles is keurig geregeld, we worden naar “Oban Town” gebracht. Op heel S.I. wonen wel 381 mensen. Kath van Anchorstone http://www.anchorstone.co.nz/ staat al op ons te wachten. Als iemand ooit naar S.I. gaat, verblijf bij haar!! Hele mooie nieuwe houten studio units, heerlijk groot bed, goede douche, keukenblok EN een gratis Jeepje erbij !! Je hoeft alleen maar de tank weer te vullen. Dit is echt TOP want S.I. is best heuvelachtig en anders moet je alles lopen. Er is totaal zo’n 30 km aan wegen (onverhard) De rest is natuurpark. Kath toont ons trots het gehele dorp en waar we wat kunnen krijgen en voegt er aan toe dat als je langer dan 2 dagen blijft de inwoners je gaan kennen.

Als we in het huisje zijn geïnstalleerd gaan we nog even op pad richting Lee Bay, het begin van de Rakiura Track. We zijn voornemens hiervan 1 deel te gaan lopen. Daarna rijden we naar het dorp om advies te vragen bij het DOC, watertaxi’s te regelen en paar kleine boodschappen te doen in de verrassend goed uitgeruste General Store. Het weer verslechterd snel en bij het DOC krijgen we hele waardevolle adviezen over andere tracks die we beter kunnen lopen en ook het weerbericht voor de komende dagen- heel slecht! Omdat zondag er het ‘beste’ uitziet kiezen we om dan naar Ulva Island te gaan en boeken een watertaxi return. Morgen gaan we dan een andere wandeling doen. We eten de gister gemaakte Butterchicken curry, goed en lekker makkelijk. Bij Bravo kiwi spotting http://www.kiwispotting.co.nz/ hebben we een tour geboekt en Phillip heeft ons voor 3 avonden een plek gegeven, just in case. Dit heb ik in 1997 ook willen doen en is 2x afgezegd door slecht weer, hoe zal het nu vergaan? Als ik Phillip om 7 uur ga bellen om voor vanavond te checken, laat ik Henk achter in de poten en snavels van 5 hongerige Kaka’s. (papagaai soort). Deze komen in de morgen en avond op ons dek om te “bedelen” naar wat lekkers en ze eten keurig uit je hand. Henk vindt het nog wat eng kijkende naar die enorme snavels en herinnert zich nog hoe hard een klein parkietje kan bijten, maar binnen een paar minuten hebben ze hem om hun poot gewonden en zijn het de beste vrienden geworden. Ze zijn zo brutaal dat ze gewoon ‘demanding’ op het raam blijven kloppen. Van Phillip krijg ik te horen dat het kiwi spotten door het slechte weer niet door kan gaan. Hadden we al verwacht want het is echt heel nat en met name heel veel wind. De spotting is ’s avonds laat omdat de kiwi een nachtvogel is en je ze dan het best kunt zien. Nu kunnen we lekker warm in bed lezen en TV kijken. In de nacht worden we nog een paar keer wakker van de harde regen en stormachtige wind.

Zaterdag is het weer niet veel beter. Wandelen zal tussen de druppels door moeten gebeuren. We gaan met het Jeepje op pad om alle wegen te berijden en soms even een korte wandeling te maken. We komen in de mooiste en romantische baaitjes. De sfeer op het eiland is Island style and time en echt anders dan het vaste land volgends de inwoners. Zijn ze nou echt vergeten dat heel Nieuw-Zeeland een eilandengroep is? Omdat het zo erg regent en ontzettend waait gailforce winds van kracht 9 tot 11 – noodweer - gaan we ’s middags naar de bios, ja echt waar. Er is een piepkleine speciale bios (Bunkhouse theatre) waar een quirky filmpje wordt gedraaid over de historie van S.I. en haar bijzondere inwoners, en dat gepresenteerd door een ‘pratende’ hond…! Helemaal op z’n kiwi’s en echt heel erg leuk! Met een lach komen we naar buiten en besluiten spontaan om vanavond maar Fish & Chips te eten bij de caravan Kai Kart. Zo lekker en super vers hebben we nog niet eerder Blue Cod gegeten en de frietjes zijn ook om de vingers bij af te likken. We eten binnen aan een lange tafel met nog 6 anderen. Het is echt proppen maar wel gezellig. Bij de General Store wil Henk nog even naar binnen…. Waarom? is mijn vraag…. Ach, hij heeft appels nodig voor zijn vriendjes de Kaka’s en zo komt het dat we met een hele kilo appels, wel “reduced to go” weer naar buiten stappen. Het moet niet gekker worden. We hebben tevens gehoord dat voor vandaag alle vluchten, de ferry en alle watertaxi’s waren geannuleerd. Als ik om 7 uur Phillip weer bel, krijg ik het wederom het ongewenste antwoord, nee helaas, het weer is te slecht om te gaan. Morgenavond is onze laatste kans.

Vandaag gaan we al om 9.00 uur met de watertaxi naar Ulva Island en het is zowaar een soort van droog! We rijden naar Golden Bay waar de taxi klaarligt. De vaart duurt maar liefst 9 minuten, de zee is wel redelijk onstuimig door de stevige wind. Om 14:00 uur worden we weer opgehaald. Ulva Island is een beschermd eiland waar geen ratten, stouts, possums en ander ongedierte zit die het de vogeltjes moeilijk maken. Een waar vogelparadijs, hier hebben ze jaren over gedaan en wij worden als toerist dan ook vriendelijk verzocht zorgzaam met deze natuur om te gaan. Er zijn een aantal wandelingen uitgezet, wij hebben gekozen voor de volledige track om zoveel mogelijk vogels te kunnen spotten. Er zitten hier ook soorten die elders in Nieuw Zeeland heel schaars zijn. Het duurt even maar op een gegeven moment lopen we als volleerd vogelwatchers te speuren. Boekje er bij en de camera’s in de aanslag. Ik 450mm en Henk 320mm op de heup. De Stewart Island Bush Robins vergezellen ons heel brutaal en gezellig. Zoals we al eerder hebben gemerkt voor de duvel nog niet bang. Ook de fantails hippen uitdagend rondom ons. Maar we zien ook Saddelbacks, Yellow heads, Bellbirds, Parakites, Tui, Riflemans (het kleinste vogeltje met amper 10 cm) en de enorme Woodpigions. Het weer blijft ons gunstig gezind en soms piept het zonnetje zelfs heel even door het wolkendek heen. Even voor 2-en zijn we terug in Postmans bay en zien we de watertaxi in de verte al aankomen. Terug in Oban wil ik nog graag even “winkelen” er zijn wel 2 winkels! Een “leuke dingen” winkel en een kledingwinkel “Glowing Sky” ontstaan op S.I. met Merino wollen kleding. www.glowingsky.co.nz . Daar koop ik een jurkje, vest en truitje van Merino wol. Het weer verandert weer…. Regen en wind. Regelmatig komen we “bekenden” tegen van wandelingen, de bios, de winkels of de Fish & Chips caravan, zo grappig. Op naar huis om de Kaka’s te voeren. Wederom bel ik Phillip en weer gaat het niet door. Het heeft zo moeten zijn. Nu waren we ook best moe van deze dag speuren en lopen, dus nog een avond was wellicht, zo wie zo, beetje veel. We pakken de tas weer in, morgenvroeg moeten we ons om 7.50 melden bij het postkantoor annex incheckbalie – luchthaven. In de nacht en vroege ochtend spookt het enorm, zo erg zelfs dat we denken dat we niet weg kunnen morgenvroeg.

Maar maandagmorgen is het zowaar alleraardigst weer, we nemen hartelijk en met een knuffel afscheid van Kath. Henk heeft nog wat foto’s gemaakt voor haar website, ze vertelde dat ze zelf niet echt goede foto’s had kunnen maken. We beloven ze thuis nog even te bewerken en dan aan haar te mailen. We hebben een toptijd gehad ondanks alle regen en storm. Rakiura - Stewart Island is wel echt een apart stukje Nieuw-Zeeland en voor het complete beeld van het land ook een ‘must do’ locatie. Ons vliegtuigje gaat inderdaad gewoon, dus we worden naar de startbaan gebracht en binnen 20 minuten staan we weer aan “wal” in Invercargill. Maurice staat al op ons te wachten met auto en sleutels. Wij rijden direct door naar The Batch voor een heerlijk ontbijt. En zelfs hier komen we een aantal mensen tegen die we op S.I. hebben ontmoet. Het is net een grote familie. Weer nemen we 2 heerlijke cakejes mee voor vanmiddag bij de thee. Vandaag rijden we naar Te Anau, toegangspoort tot het grootste en onherbergzaamste National Park van Nieuw-Zeeland: Fiordland National Park (Te Wâhipounamu – the place of greenstone - Jade) dat 12.500 km2 beslaat. Via de prachtige maar eenzame zuidkust rijden we naar Colac Bay- surfers paradise, daar wil ik graag een bijzonder beschilderd bushuisje fotograferen: The Simpsons, Bert & Ernie en Southpark in 1 bus, zo grappig. Henk leeft zich nog even uit als nep surfer, bij een reuze surfersbeeld en zo gaan we uiteindelijk bij Tuatapere weer het binnenland in, recht omhoog naar Clifden – waar een historische Suspension Bridge het dorp versierd. Hier is ook de afslag naar Lake Hauroko. Daar moeten we donderdag naar toe voor ons Jetboat avontuur! We rijden door het ons vertrouwde Manapouri naar Te Anau. Eindelijk zijn we eens een keer op tijd op een locatie: Blue Thistle Cottages http://teanauaccommodation.kiwi/ is voor de komende 4 nachten ons thuis. Boodschappen doen, koken en Henk heeft zowaar Annegien van het Nederlandse journaal op de TV gevonden. Het zien van Nederlandse TV was echter van zeer korte duur want er kwam verder niets meer en dat is maar goed ook. We leven hier net als de Kiwi’s in een bubble en de grote boze buitenwereld is ver weg.

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 7

Kia Ora allemaal,

De Zeehond ligt nog rustig te slapen als wij opstaan. Maar als we na het ontbijt nog eens kijken, is hij ineens weg. Ook zijn dag van spelen op zee is weer begonnen. Wij gaan vandaag naar de Albatrossen en de Pinguïns. Het boottochtje met Kyle wordt morgenmiddag. We rijden via Portobello – waar we alvast een tafeltje reserveren bij Café 1908 – voor ons diner. www.1908cafe.co.nz. Vorig jaar hadden we diner in Kaimata lodge en voor lunch waren we te laat bij ze. Dus nu in de herkansing. Richting Taiaroa Head komen we langs Penguin Place, daar boeken we alvast voor de middagtoer. www.penguinplace.co.nz. Twee km verder zijn de Royal Albatrossen te zien. Het Royal Albatros Centrum hebben we vorig jaar ook bezocht maar toen waren er geen vogels op het nest omdat het nog te vroeg in het seizoen was. Wel hebben we er toen zeker 6 zien vliegen, wat al heel bijzonder is. Nu kunnen we echt een toer doen en kijken in het broedgebied. Weliswaar van achter glas maar het blijft heel bijzonder. De Royal Albatros (Toroa in het Maori) is zo’n 3 meter met gespreide vleugels, als je ze ziet vliegen is dat een machtig gezicht. Ze kunnen wel tot 120 km per uur halen en wegen tussen de 8 en 9 kg met een lichaam van 80 cm. De Kolonie op Pukekura (Taiaroa Head) is de enige in de wereld op het vaste land. Andere Koloniën bevinden zich op eilanden. Een Albatros vliegt niet over land, alleen over zeeën en oceanen. Nu is het februari en er zijn, op zo’n 30 m afstand, 3 nesten vanachter het raam zichtbaar met kuiken en 1 ouder. We blijven een half uur kijken, mogen ze niet storen, dus volume van ons op ‘zacht’ en maar foto’s maken al is de afstand groot. Voor wie het leuk vindt: www.doc.govt.nz/royalcam Op een nest heeft het Doc een 24 uurs webcam gezet. Zo kan de hele wereld de ontwikkelingen van dit kuiken volgen. Na deze leerzame ochtend en een broodje voor de innerlijke mens gaan we op weg naar de pinguïns.

Op het Otago Peninsula en de zuid en zuidwestkant van het Zuidereiland zijn een paar soorten pinguïns te vinden. De Yellow Eye (Hoiho) native New Zealand en nog maar ongeveer 700 dieren in totaal ! De Little Blue (Korora), de kleinste pinguïns in de wereld met ong. 25 cm en 1 kg. De Fiordland Crested pinguïns (Tawaki), Native New Zealand en nog minder dan de Hoiho. De Hoiho en Tawaki worden ernstig bedreigd met uitsterven. Dit jaar is het de Barracuda (die ook de moeder van Nemo heeft opgevroten!) die het gemunt heeft op de voetjes van de Yellow Eye Pinguïns. Een hele pinguïn is te groot voor deze roofvis, maar een paar voetjes smaken best. Als een pinguïn gewond is aan zijn voeten kan hij niet meer naar zijn nest terug en zal doodgaan. Penguin Place is een particuliere organisatie die heel veel doet voor de bescherming van de pinguïns in Nieuw Zeeland. Ze hebben grote stukken land welke ze opnieuw aanplanten met struikjes en bosjes zodat de pinguïns veilig aan land kunnen komen en kunnen nestelen. Ze zorgen voor predator vrije zones en hebben een opvangcentrum voor gewonde pinguïns. Die verzorgen ze zover totdat ze weer terug de natuur in kunnen. Eerst krijgen we les over het leven van de pinguïns en de bedreigingen, daarna gaan we kijken bij het “pinguïn ziekenhuis”. Grote hokken waar je van een paar meter afstand verschillende ‘herstellende’ pinguïns kunt zien. Ze zijn zo schattig! Op dit moment van het jaar beginnen ze met de rui. Niet om het een of ander, maar er zijn dan knappere wezens op deze aardbol te vinden. Er is ook een Fiordland Crested Pinguïn binnengebracht een paar dagen geleden. Hij zondert zich een beetje af van de anderen. Sommige jongere dieren zoeken nog steeds aandacht van oudere vrouwtjes om voedsel te krijgen. Zo grappig om te zien. Na het ziekenbezoek gaan we op pad. Met een busje worden we richting zee gebracht en daar lopen we met een gids tussen de struiken en bomen door op zoek naar nesten. We zien er een paar die thuis zijn. Ook zien we in de nestkastjes de Little Blue’s zitten. Verder komen we langs wat zeehonden en zeeleeuwen. Uit zee zien we nu geen pinguïns komen omdat in deze rui-periode de pinguïns langer op zee blijven om vetter te worden, of al volop in de rui zijn en dus “thuisblijven”. Het was een leerzame dag. Nu is het tijd voor ons welverdiende diner. Ze zijn heel erg aardig bij Café 1908. En het eten is ook nog eens van een goede kwaliteit. Een eigen gemaakte zalmterrine waar je de vingers bij opeet bijvoorbeeld. Na een heerlijke maaltijd en gezellig babbel met belofte dat we de komende dagen nog een keer komen eten, gaan we richting ons “Betty’s”. We checken ons piertje, maar geen zeehond deze keer. Blijft het ’s nachts ook lekker stil.

Maandag 22 februari is een mooie dag om naar Sandfly Bay te gaan. Nee deze keer niet genoemd naar de meest vervelende creatie van de aarde, maar genoemd naar het rondvliegende zand. De weggetjes op het Peninsula zijn smal, onverhard, soms sprookjesachtig mooi, soms echt pal aan zee en let op ZONDER vangrail of stenen randje er langs. Je ziet mooie en oude boothuisjes, veel watervogels en heuvels. Verdwalen is onmogelijk. Je komt vanzelf weer langs Papanui Inlet of Hoopers Inlet. Voor Sandfly Bay moeten we even een kammetje over om naar de andere kant te komen en daar bovenop staat een schapenfarm waar ze net toevallig honderden schapen bij elkaar gedreven hebben. We staan met bewondering te kijken als iemand roept om we dichter bij willen kijken. Tuurlijk willen we dat. Hup hek open, zorgen dat er geen schaapje ontsnapt en voor Henk het in de gaten heeft staat tie midden tussen vele tientallen schapen. Vandaag worden ze allemaal geïnjecteerd met een wormenmiddel en morgen worden ze geschoren. Daarna gaan ze de grote paddocks weer in. Na het schapenavontuur rijden we verder naar de baai. Als we hoog boven de baai zijn aankomen, is daar de parkeerplek voor auto’s. Na een stukje afdalen beseffen we pas dat we op een enorme duin met goudgeel zand staan. Nee geen Nederlands duintje, echt vele malen hoger. Daar moeten we dus vanaf om op het strand te komen. Eraf is heel gaaf, het is niet echt meer lopen maar meer glijden, tot je enkels in het zand zakken, op je billen naar beneden. Voor we het weten staan we op het strand. De sandalen uit en met de voeten in het water. Zoals op bijna elk N.Z. strand is er nagenoeg niemand. En zonnebaden gebeurt hier vrijwel niet! We wandelen een stuk, zien weer een paar zeeleeuwen liggen. Beetje alert zijn is dus wel gewenst. Maar ik blijf maar kijken naar die enorme zachte gele uitdaging. Mijn Namibië ervaring komt spontaan weer boven. We moeten hier zo dadelijk ook weer omhoog. Henk vindt het onzin en zegt dat we zo boven zijn. Als we aan de terugweg beginnen valt het ook Henk vies tegen. Je zet 2 stappen en zakt er 1 terug naar beneden. Maar uiteindelijk halen we het in ongeveer 30 minuten, best knap vinden wij zelf. Uiterlijk om 3 uur moeten we weer thuis zijn want dan komt Kyle met zijn bootje.

Even na 3-en horen we een bootje aankomen en ja hoor daar is Kyle, met nog 2 mensen. Wat blijkt: 2 Nederlanders Anneke en Kees – reizend met Travelessence – hoe kan het ook anders. Ik knuffel Kyle, want die had ik nog niet persoonlijk gezien. Hij is nog steeds vol verbazing dat we al weer zo snel na het vorige bezoek terug zijn. Maar vindt ons wel echte goede levensgenieters door dit te doen. In de baai is het nu vloed. We zien allerlei watervogels zoals hele mooie witte lepelaars met gouden oogjes (Spoonbills) en diverse soorten Aalscholvers (Shags), Futen en meeuwen. En ook spelende zeehonden. Ze zijn zo dicht bij de boot dat je ze bijna kunt aanraken. En verder op een strandje zien we een enorme mannetjes zeeleeuw parmantig zitten. Als we dichterbij komen, vindt hij het genoeg geweest en komt het water in om rond de boot te blijven zwemmen. Even later komt er nog een mannetjes zeeleeuw. De dieren hier zijn zo prachtig om te zien en zoooo dichtbij. Een mannetjes zeeleeuw besluit het wijfje van een ander op te eisen en dit leidt tot een indrukwekkend gevecht op dat strandje, waarbij het wijfje eerst een beetje ongeïnteresseerd bleef liggen maar toch snel de kuierlatten neemt naar het water. Ze denkt vast, zoek het samen lekker uit, maar ik heb hier niets mee te maken. Verderop zien we plots een zeeleeuw, door de bosjes, een steile helling omhoog klimmen richting het bos. Kyle reageert ook verbaast want zeeleeuwen verblijven vooral op stranden. We varen in deze ‘dierentuin’ ruim 2 uur rond. Geweldig is het. Aan het eind vraagt Kyle of we het leuk vinden om vanavond in de Lodge te komen dineren. Pipi’s (kleine kokkeltjes), Blue Cod en een heerlijk toetje staan op het menu. Anneke en Kees vinden het gezellig als we aanschuiven, dus we hebben een date. Zelf hadden we HAK rode kool, eigen gerooide piepers en een stukje beef op het menu staan. Dus zeg nu zelf, deze keuze is niet moeilijk. Rond half 7 lopen we de vertrouwde keuken van Kaimata binnen waar Phillipo - Italiaan van origine en ook nog eens uit ons favoriete gebied de Dolomieten en gekookt bij Hotel Gardena, het zusterhotel van “ons” Alpina Dolomites hotel - die heerlijke creaties aan het voorbereiden is. Er is ook net een Amerikaans stel aangekomen. Dus we eten gezellig met ons zessen en de reiservaringen en adviezen van een ieder vliegen over de tafel. Maar ook de politiek (de Amerikanen willen het er niet over hebben – Donald Trump – een schande vinden ze het), de jaren 60 met Woodstock, muziek en ook fotografie. De Amerikaanse dame vraagt aan Henk advies over instellingen van haar camera. Ze heeft het “enige goede“ merk en dat maakt het makkelijk. Ze is heel erg met vogelfotografie (eenden) bezig. Henk vertelt van alles over haar camera-instellingen en legt de technische basisbegrippen uit. Het is al 11 uur als we afscheid nemen. Nu terug naar ons “Betty’s”. O jee het is aardedonker, wel bijna volle maan, maar toch. We zijn een zaklamp vergeten. Het steile bobbel paadje af zonder licht is ondenkbaar en gevaarlijk. Maar gelukkig heb ik in al mijn wijsheid toevallig straks een mobiel in de rugzak gegooid. Geen idee waarom want je hebt hier nl. nergens bereik, maar nu is het DE uitkomst. Daar zit nl. ook een lichtje op. Veilig komen we uiteindelijk beneden aan en duiken moe en voldaan ons bed in. ’s Nachts komen al die dieren nog meermalen langs in onze dromen.

Vandaag gaan we naar een heus kasteel. Het enige kasteel dat Nieuw Zeeland heeft. En we hebben er een High Tea geboekt. Maar voordat het zover is gaan we terug naar een oud bekend strand. Allans Beach. Daar is Henk vorig jaar aangevallen door een vrouwelijke zeeleeuw – en daar heb ik dan weer leuke foto’s van gemaakt hahaha. Ook dit is een heel rustig strand, mooi gelegen rond rotsen en heuvels. Als we er met 6 mensen rondlopen houdt het op. Weer knopen we onze sandalen aan de broek en lopen lekker door de branding. Wederom alert op de zeeleeuwen, want ze zijn er echt. Ook op het strand. Soms zie je ze echt niet omdat ze zichzelf met zand overgooien. Fijne camouflage, voor je het weet sta je er bovenop en dan heb je een vette ruzie. We zien hier alleen maar een stuk of 5 meisjes zeeleeuwen liggen zonnen, voor de rest is het rustig. Na dit avontuur rijden we naar Sandymount en beklimmen de Mount inderdaad. Na de inspanning van gister tegen de steile duinwand voelen we onze kuiten maar is dit een makkie

Innocent
Foot in Mouth
. Na veel gezucht en gekreun komen we boven aan. Het uitzicht maakt deels weer veel goed. Maar voor het andere deel staan hoge flax (planten) en struiken. Jammer. De afdaling gaat ons wat beter af. Gister hebben we al gezien dat de Highcliff Road is afgesloten, precies waar wij naar het kasteel moeten. Door slides is de weg deels weggeschoven. Nu moeten we helemaal terug naar beneden en bij Portobello links langs de zee en verderop weer naar boven om via de andere kant van Highcliff Road bij het kasteel te komen. Dit kost zeker 40 minuten. Maar iets te laat arriveren we bij de gate, en we zijn bekend dus mogen doorrijden naar de parkeerplaats. Dan ziet Henk voor het eerst een heus Nieuw-Zeelands Kasteel, gelijk ook het enig in heel het land: Larnach Castle. http://www.larnachcastle.co.nz/. We beginnen met de High Tea in de Ballroom zaal. Deze is onovertroffen heerlijk !! Voor wie er ooit komt: a must do ! Tijdens het genieten komt een jong Chinees stel aan een tafel naast ons zitten. Zij bestellen een drankje, staren beiden naar hun smartphone, krijgen een driedubbele High tea waar wij jaloers naar kijken. Vervolgens laten ze deze toren met lekkers een half uur onaangeroerd, neemt de jongen toch een stukje sandwich en laten het uiteindelijk afvoeren door een compleet gechoqueerde serveerster die nog wanhopig aanbiedt om het dan in een doggybag te doen. Meer uit medeleven stemmen ze daar naar ernstig aarzelen mee in. Henk vraagt hen geïnteresseerd of ze niet zo’n honger hadden? No, was het antwoord. Henk weer: Noodles are better yes? Aarzelend knikken is hun antwoord. Mijn idee is dat ze geen flauw idee hadden wat een High tea inhoudt, maar hun programmaboekje zei dat het een must-do is! Na het eten gaan we zelf door het kasteel dwalen. Larnach Castle is in de jaren na de Gold Rush van 1860 in Otago gebouwd door William Larnach- een bankier. In 1967 koopt de familie Barker het zwaar vervallen Kasteel incl. de overwoekerde tuinen. Tot op heden is het in het bezit van de familie en zij hebben enorme restoratie werkzaamheden verricht en de tuinen weer prachtig laten opbloeien. Ze wonen zelf op het landgoed en het kasteel en tuinen zijn open voor publiek incl. een smakelijk café. Ook zijn er overnachtingsmogelijkheden. Met deze inkomsten kunnen zij het kasteel onderhouden en behouden voor de toekomst. Na het mooie en interessante interieur wandelen we door de prachtig onderhouden grote tuin. Pas na 7-en rijden we weer weg van het sprookje. Zoals beloofd aan de mevrouw bij Café 1908 zouden we nog terugkomen. Deze avond eten we iets kleins – de overheerlijke zalmterrine met wat brood want de High Tea heeft goed gevuld. In het café is ook internet, dus we werken onze administratie weer even bij, checken mail, telefoon en app-jes. ’s Avonds pakken verzamelen we al onze spullen weer want morgen gaan we naar The Catlins.

Voor de laatste keer schommelen we voor het enorme raam van het levend schilderij en eten onze boterham. Dan is het tijd om het bagagekarretje weer in beweging te krijgen, omhoog richting waar de auto staat. Als we daar mee bezig zijn, komt Kyle gedag zeggen en zo zijn we weer 45 min verder in de dag. Kyle is een echte stoere Kiwi, ontzettend aardig, puur en hartelijk. We beloven weer terug te komen, maar nu zal het wel ietsjes langer duren dan 1 jaar, ha ha. Hij belooft in tussentijd de oude bach te vervangen voor een nieuwer model met isolatie, modernere keuken en badkamer. Met een dikke hug nemen we afscheid van elkaar. Wij gaan op weg naar Dunedin. Henk heeft vorig jaar de Steepest Street in the World nog niet gezien. Dus Baldwin Street staat als eerste op het programma. Aangekomen rijden we eerst omhoog, mag eigenlijk niet meer i.v.m. de vele toeristen, want het is een doodlopende straat en bovenaan kun je nauwelijks keren. Het is echt heel erg steil! Bijna eng, de auto kiepert bijna voorover als we weer naar beneden rijden. We gaan het ook met eigen spierkracht proberen. We lopen omhoog en tijdens de klim maken we hele grappige foto’s. Schuine huizen, schuine Henk, kruipende Jolanda. Als vrouw snappen je hersenen niets van de optische illusies die zo’n schuine weg kan opleveren, dus als ik dan zelf poseer, om ook ‘recht’ op de foto te komen, neem ik de meest vreemde houdingen aan. Ik sta blijkbaar, armen wijd, schuin voorover met 1 been in de lucht en vraag constant of ik al recht sta. Henk ligt ondertussen rollend van het lachen op de stoep. Afijn, speelkwartier weer voorbij. Je denkt zo’n straat, ach wat kan het duren, maar vervolgens zijn we er een uur druk mee geweest. Nu naar de stad voor schoonmaakspullen voor de lens, lunch, pedicure voor de likdoorn van Henk, supermarkt en gewoon even shoppen. Bij de camerawinkel werken nog dezelfde mensen van vorig jaar en ja hoor ze kennen het verhaal van de lens nog en herkennen ons. Zo grappig. Pas laat in de middag rijden we de stad uit richting Tunnel Beach. Een mooie rotspartij en strand. De wandeling er naar toe is best stevig dalend. Daarnaast is het vloed geworden, dus door de tunnel kun je nu niet meer lopen. We lopen slechts tot een mooi uitzichtpunt en keren daarna om. De klim naar boven valt mij vies tegen. Henk loopt als een doorgewinterde wandelaar naar boven en zit al in de auto op mij te wachten. Het is al 6 uur als we de Southern Scenic Route oprijden. Dit is een hele mooie route van Queenstown naar Dunedin langs de zuidkant van het Zuidereiland en door The Catlins. Het eerste deel van The Catlins hebben we vorig jaar al gedaan, dus daar rijden we nu langs. In Owaka (vorig jaar gemist) zien we een heel grappig huis met honderden theepotjes in de tuin. Het Tea Pot Museum. Een korte stop is wel op z’n plaats. Waar iemand gelukkig mee kan zijn, er straalt zoveel liefde van de potjes af. Het laatste stuk van de route is toch nog verraderlijk lang. Net voor ons huisje komen we langs Niagara Falls Café http://www.niagarafallscafe.co.nz/ Vorig jaar ontdekt. “Open till late” zegt het bord. Maar om 8 uur is de keuken eigenlijk al dicht haha. Henk kan nog wel een smoked salmon sandwich krijgen om mee te nemen. Een paar kilometer verder in Curio Bay staat onze studio op ons te wachten. http://www.curiobay.co.nz/accommodation/Boutique-Studios.asp. Wat een toplocatie weer, direct op het strand, waar zeeleeuwen en dolfijnen komen en wat later bleek… de little blue pinguïns door onze tuin wandelen en onder ons huis wonen – dat ruik je overigens buiten voor de deur, jakkie. Goed ingerichte studio en met een hemels bed! Het is al laat en we zijn moe. Morgen gaan we verder op onderzoek uit.

Aan het einde van de nacht zitten we ineens rechtop in bed. Wat is dat voor een gekrijs. O het zijn de little blue pinguïns die naar elkaar schreeuwen dat het tijd is om weer naar zee te gaan. Tja kom op jongens het is kwart voor 5 – snavels dicht graag! Maar het is weer eens wat anders dan onze Hollandse Haan om mee wakker te worden. We draaien ons toch nog een keer om want het regent heel hard. Op een meer christelijk uur staan wij op en het regent nog steeds erg hard. Dat staat nu even niet in mijn itinerary hoor. We hadden vandaag heel veel op het programma staan. Maar je moet in Nieuw-Zeeland flexibel zijn, Four seasons in one day – zoals Crowded House zingt. En slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding – een Kiwi spreuk. Dus fleese, regenjassen, waterdichte rugzak, wandelboots en hup we gaan op pad. Eerst ontbijt/brunch bij Niagara Falls Café – gelijk ook de enige mogelijkheid in de weide omtrek. Vorig jaar zaten we hier ook met vreselijke regen naar buiten de kijken. Nu zitten we aan het zelfde tafeltje – Deja vu. Met een goede bodem gaan we richting Cathedral cave. http://www.cathedralcaves.co.nz/ een andere Must Do ! Vorig jaar niet op het juiste getijde moment. Maar nu wel. Deze plek wordt beheerd en is ook afgesloten na de toegangsmogelijkheden – tot 2 uur voor en 2 uur na low tide. Je wordt als bezoeker geregistreerd zodat men kan zien dat je veilig bent teruggekomen. Zie ook op de website: Expect to get wet ! Well it is raining cats and dogs today so……. De wandeling door het bos naar het strand is ongeveer 30 minuten. Je krijgt een kaartje van de grotten mee, hiermee kan ik helemaal niets en het kost Henk enige moeite om uit te leggen hoe ik naar de plaatjes moet kijken. (Ineke, Wahida, herinneren jullie je het architravenverhaal nog? De Caves zijn 199 meter lang en één van de mooiste sea caves in New Zealand en 1 van de 30 langste in de wereld. 160 miljoen jaar oud. Als we op het strand aankomen zijn we verbijsterd wat we zien. We wisten niet goed wat we ons er bij voor moesten stellen maar de caves zijn enorm en spannend. De breedte is een paar meter en de hoogte varieert in de grot van 20 tot 2 meter. We zijn eigenlijk toch iets te laat want het tij komt al weer binnen. Nat worden is een gegeven. Al ruim boven de enkels als we er heen lopen via een ondiep deel. We lopen een aantal caves in maar missen een zaklamp die in de andere rugzak zit – tja. Dus kunnen we maar 40 meter naar achter lopen. Ondertussen wordt de zee achter ons wilder en de golven hoger. Uiterlijk om 2 uur moeten we teruglopen, maar ik vind het al TE spannend en zie ons al meegesleurd worden door de zee en begin om half 2 alvast onrustig te worden. Henk is de stevige rots in deze branding voor mij en met het water soms tot de billen zijn we toch op tijd terug op het brede strand. Dit is echt spectaculair. Hier gaan we de volgende keer zeker terug, met zaklamp en er zijn direct als het hek opengaat. Dan heb je ruim de tijd om te ontdekken. De klim terug omhoog is even stevig, zeker omdat we ook op tijd ons willen afmelden. Buitenadem en tot op onze onderbroek nat komen we bij de auto aan. De sandalen zijn wel weer helemaal schoon geworden door het zoute zeewater. Regenjassen achterin, camera droogmaken en de kachel hoog. Nu kunnen we op weg naar de Purakaunui Falls. Vorig jaar in het donker (om 23.00 uur) gezien vanwege de glowworms. Nu bij daglicht. De regen komt nog steeds met bakken uit de hemel vallen en zo moeten wij weer in onze natte regenjassen, door het regenwoud naar een waterval. Hoe toepasselijk. De Fall is wel aardig maar niet spectaculair. Moe, nat en koud besluiten we terug te rijden naar ons huisje. Dat is nog zeker anderhalf uur terugrijden. De afstanden in Nieuw-Zeeland lijken niets, maar de wegen zijn smal en bochtig dus je doet er veel langer over dan op een Nederlandse weg. Een heerlijke warme douche wacht op ons. We koken deze keer de rode kool met appeltjes en beef. Ik maak ook alvast een Indiase curry voor morgenavond. We pakken een weekendtas in voor onze trip naar Stewart Island morgen. En we draaien 2 wassen. Er zijn nog wat problemen met de waterpomp. Jullie moeten je voorstellen dat we telkens afgelegen verblijven, geen waterleiding zoals bij ons maar gewoon regentonnen met een pomp en zuiveringssysteem er tussen. Nick, de eigenaar komt zelf de reparatie uitvoeren en zo hebben we weer water. Rond half 11 zit ik vastgeplakt achter het raam, de Little Blue Pinguïns komen zo weer aan land en ik wil ze door de tuin zien waggelen. Maar door alle indrukken van vandaag vallen op een gegeven moment mijn oogjes dicht.

Rond half 5 is het weer bal onder ons huis. Nu sprint ik uit bed en tuur uit het raam. JAAAA ik zie er twee waggelen naar de zee. Henk hoort vanuit de verte – jaaa ooo jaaa ik zie ze, ik zie 2 kleine pinguïns – en draait zich weer om. Gek mens, denkt tie.

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 6

Kia Ora allemaal,

Ineke: Glenorchy wordt ook jouw droomplek, zonder enige twijfel! Als we klaar zijn met het beschrijven van de komende dagen wil je NU komen. Misschien beter even wachten tot het weer lente is in N.Z. want dan ligt er sneeuw op de bergen en is “Paradise” compleet.

Gateway to Paradise – Glenorchy is één van Nieuw Zeelands beste scenery. En dat weten de film- en reclamemakers ook. Heel veel LOTR en The Hobbit scenes, the Chronicles of Narnia, X-man Origins, Wolverine, de topserie “Top of the Lake” (er komt een deel 2 !!) en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Veel autoreclames worden hier gefilmd. En wat te denken van de Zwitserse paarse Milka koeien – nee hoor helemaal geen Zwitserse Alpen die je ziet, gewoon Glenorchy - Nieuw Zeeland !

Het gebied “Paradise” zelf, is niet veel meer dan een paar paddocks maar toch voelt het hier heel speciaal. Het is er prachtig en heel erg stil, echt stil.

16 februari 2016: We verblijven zoals gezegd in Precipice Creek Station, een B&B, met maar 1 huisje. Groot, warm, gezellig, met stapels tijdschriften, DVD’s en CD’s. Een keukenblok incl. alle toebehoren en etenswaren zoals eigen gebakken cookies , veel soorten thee en koffie. Een hele gezellige woonkamer, een slaapkamer met een bed waar je nooit uit wil opstaan (zeker niet met onze regendagen). Elke ochtend krijgen we een heerlijk ontbijt met eigen gemaakte producten waar je ook gelijk je lunchpakket mee kunt maken. Maar het allermooiste is het uitzicht. Grote ramen, een heerlijk terras (helaas voor ons te nat) om uren weg te dromen midden tussen de hoge bergen. Verder zijn er Salty en Pepper (the sheep) Earnie, Geena en Impie (the horses), Jacques (rescue Labrador) en Sumo de Jack Russel en niet te vergeten de poezen Queen of Precipice en Smulda. Richard is geboren en getogen in Glenorchy en werkt bij het DOC (Department of Conservation) en kan ons alles vertellen over de omgeving en de wandelingen. Vladka is Tsjechische, in 2002 naar N.Z. geëmigreerd, begenadigd fotograaf, reisadviseur en gids voor de Tsjechische markt, Honeray Consulare of the Cech Republic in NZ en momenteel als gids op pad met een groep. Maar Vladka’s moeder is er gelukkig wel en zij verzorgt ons uitstekend met telkens een prima ontbijt. Met handen en voeten en een klein beetje Engels communiceren we prima met haar. Ons Tsjechisch laat helaas wat te wensen over.

Een nieuwe dag breekt aan en we worden wakker met flinke regen op het dak. Als we naar buiten kijken ziet het er niet zo heel uitnodigend uit. Jammer, maar een beetje rust is ook wel lekker. Na het heerlijke ontbijt vermaken we ons met foto’s uitzoeken, verslag maken, lezen, Grand design (TV-serie) kijken en dromen. Rond 2 uur knapt het weer een beetje op. Nog steeds grijs maar minder harde regen. We willen graag naar buiten om de omgeving te ontdekken. We rijden door ALLE 10 straten van Glenorchy (320 inw. groot). Lopen een kort rondje bij de kop van Lake Wakatipu, en besluiten om thee te gaan drinken in Kinloch. Een gehucht dat aan de overkant van het meer ligt en met de auto alleen via een deels onverharde weg bereikbaar is of eventueel lopend via een track door de bergen (en ja, ook met een bootje natuurlijk). Tussen Glenorchy en Kinloch komen de Rees River en de Dart River (beide brede gletsjer-rivieren) samen in een nog bredere bedding en stromen zo het meer in. Kinloch is een Lodge, backpacker, camping en restaurantje ineen. Verder is er niets! Maar er starten vanuit hier wel mooie wandelingen. Vandaag slaan we die even over. Echt te nat. We zitten op luie banken, genieten van onze thee en cappuccino en internetten ons suf. Want ja er is in tegenstelling tot waar wij verblijven dan weer wel wifi – traag en max een uur, maar we zijn weer even ge-connect met jullie. Het is echt reuzen gezellig zo samen. We lijken wel verslaafd, maar zullen dit glashard ontkennen als je het ons voor de voeten werpt…! Morgenavond willen we wel hier eten, we reserveren een tafeltje en moeten ook al gelijk een keuze maken uit het beperkte menu. Dit is wel logisch want Kinloch ligt zo afgelegen, daar komt niet elke dag “de SRV-boot”.

Na de thee besluiten we om een van de 2 onverharde wegen richting Mt Aspiring National Park te rijden en echt naar het gebied ‘Paradise’ te gaan. De naam van deze plek is afkomstig uit één van de volgende mythes: 1. men vond dat Het Paradijs er zo uit zou kunnen zien , of 2. omdat er veel koppeltjes Paradise Ducks wonen, wij zijn niet zo moeilijk dus kies degene die je het meest aanspreekt. In ieder geval is het een plek die tot de verbeelding spreekt, vooral bij onze Aziatische vrienden. Het Chinese Nieuw Jaar is dan wel voorbij, ze zijn helaas nog niet naar huis... Wij, en met name de locals, komen best weleens Aziatische automobilisten tegen die hele rare capriolen uithalen zoals half op de State Highway parkeren om een kiekje te maken, of slechts 50 gaan rijden om vooral rustig van de omgeving te kunnen genieten en achter hen intussen de eerste file ooit op die weg ontstaat. Er wordt veel gewaarschuwd, zelfs in het nieuws, voor ‘Chinese drivers’. De Japanners en Koreanen reizen meestal in een groep en zijn correct en vriendelijk. Maar vaak zijn de Chinezen zelfstandige reizigers, ontdekken nog maar net de wereld en rijden belabberd zoals wij in China tot onze schrik (en soms doodsangst) hebben kunnen ervaren. Helaas gebeuren in NZ de laatste paar jaar heel veel dodelijke ongelukken waarbij Chinezen zijn betrokken. Ze hebben werkelijk geen enkel idee van links rijden en überhaupt hoe een auto te besturen. Er zijn inmiddels verhuurbedrijven die ze eerst 10 minuten laten rijden om te beoordelen of ze er wat van kunnen en anders krijgen ze de auto niet mee. En laatst hoorden we dat het al zover gaat dat de normaliter uiterst vriendelijke kiwi’s soms besluiten om de Chinese verkeershufters tot stoppen te dwingen, de deur open te rukken en de autosleutels af te pakken en deze nijdig in de rivier of bosjes te gooien. Zulke maatschappelijk betrokken kiwi’s maakt de politie bijna overbodig denken wij. O ja, we waren onderweg naar Paradise en hoe verder we geraken, hoe meer we lekker alleen over de weg hobbelen. De omgeving wordt steeds mooier met weides vol schaapjes en soms koeien. De riviertjes kronkelen daar doorheen en eindigen altijd weer in een meer met bergen op de achtergrond. We kunnen ons voorstellen hoe prachtig dit met helder weer en besneeuwde toppen moet zijn. Na het bordje “Paradise” vinden de meeste toeristen het niet meer interessant en ook een beetje eng, denken wij, om met hun personenauto de ruiger wordende onverharde weg te volgen. Nu gaan wij natuurlijk stug door met onze stoere 4WD en hebben toch al een paar kleine riviertjes moeten oversteken. We rijden helemaal door tot het einde van de weg (meer een pad eigenlijk), met de Dart River naast ons stromend. Natuurlijk staat er daar ook weer een bush toilet met als een soort van bewakers honderden Sandfly’s, al zie je er maar tientallen in jouw buurt. Shit, er moeten zware keuzes worden gemaakt. Ophouden of geprikt worden? Met gevaar voor eigen billen toch supersnel even gaan. De stopwatch ben ik vergeten aan te zetten, maar het moet een nieuw PR zijn geweest. Het begint al te schemeren dus het is mooi geweest. In omgekeerde richting rijden we weer naar huis. De BBQ gaat aan om onze verse zalm te bakken. Henk heeft zichzelf overtroffen, mede dankzij het volgen van Topchef volgens mij. We hebben werkelijk nog nooit zo lekker zalm gegeten, zo vers en zo smaakvol. Geen overmatige vissmaak en boterzacht. Hadden ze dit ook maar in NL…

En de volgende dag worden we wederom wakker van de harde regen. De bergen zijn bijna niet te zien door een dikke soep van grijze wolken. Maar na een paar uur klaart het toch een beetje op. Dan gaan we toch echt de wandeling rond Lake Sylvan doen. We hebben een aantal wandelingen uitgekozen, maar of we ze allemaal kunnen doen?! Die van vandaag is makkelijk, te beginnen met een gezellige swingbridge. Gewapend met regenjassen en plasticzakken voor de camera’s gaan we op pad. Het eerste deel is door heel mooi regenwoud met bomen waarop veel mos groeit, waardoor alles groen is en op een elfjesbos lijkt. Veel vogeltjes, zelfs de brutale Bush Robins zijn zeer aanwezig, huppen tussen ons door, vliegen langs ons gezicht en zitten zowat op ons hoofd. Ze vinden het gezellig dat we er zijn, denken we. Bij de kruising voor de lange of korte route kiezen we dapper voor de lange track. Het is nog droog dus….. Tja, dat hadden we niet moeten denken want een stuk verderop begint het steeds harder te regenen en te onweren. Genieten is er niet meer bij, het is nu gewoon de track afmaken. Uiteindelijk komen we bij het meer, weinig tot niets van te zien en de regen striemt in ons gezicht. Henk maakt toch nog een paar foto’s van, tja waarvan eigenlijk? Probeert vervolgens zijn camera weer droog te deppen met tissues. Gelukkig is het nu nog maar 40 minuten tot het carpark. We zijn ondanks de regenjassen toch flink nat en koud geworden. We horen het prachtige geluid van de snelstromende rivier en eindelijk is daar de swingbridge weer. Gauw de auto in en de kachel hoog aan. We trekken natte kleding uit en warme flees aan. Thuis wacht een warme douche en we zijn weer als herboren. Ik rij daarna nog even naar het dorp om te “winkelen” in de enige store die er is: Mrs Woolly’s General Store. Ik ben compleet verbaasd wat ze hier allemaal verkopen en kijk er wel een uur rond. Allemaal goede kwaliteitsproducten, zowel verpakte als verse etenswaren, mooie Merino wollen kleding en leuke spulletjes voor het huis. Vishengels, gereedschap, alles voor de meerdaagse tracks, zakjes droog voedsel, Jandals, babyspullen kortom te veel om op te noemen. Een topwinkel echt waar! Verder gooi ik de auto vol benzine, het tankstation (met 1 pomp) is tevens postoffice, dus ik koop ook gelijk wat postzegels, best handig zo alles in één. Die paar meter van auto naar winkel in heftige regenbuien resulteerde in kletsnatte kleding dus gauw weer huiswaarts. Om 6 uur worden we verwacht in Kinloch en “staat ons eten al bijna op tafel”. Hier kunnen we ook nog even snel internet op om mail te checken. Als we eindelijk weer thuis zijn, kruipen we gezellig op de bank voor de laptop om een nieuwe aflevering van WIDM te kijken.

Goedemorgen, het wordt maar niet beter met het weer. Het regent nog steeds en ook steeds harder. Morgen hebben we een excursie (Funyakken), als die maar door gaat?! Ik heb me er zo op verheugd. Van ellende (spreekwoordelijk hoor, want we genieten echt heel erg) gaan we koffie drinken in het plaatselijk café. Ook sleep ik Henk mee naar Mrs Woolly’s om heerlijke luxe thee en eigen gebakken koekjes te kopen. Ach, we moeten het maar gezellig maken, toch. Glenorchy heeft 1 bekend historisch gebouw(tje) aan de haven (steiger bedoelen ze eigenlijk) met de veelbelovende naam The Old Railway House (een rood schuurtje). Dit moet natuurlijk op de foto en dan wel bij iedereen die het dorp aandoet. Door de regen en bewolking is het juist wel een mooi om foto’s te maken, dus ook wij leven ons uit. Als we even bezig zijn, komt er ineens een bruid en bruidegom (Chinees) in vol ornaat uit een auto incl. fotografe uit Hong Kong en een Koreaans hulpje met paraplu. Ze gaan de pier op. Henk er direct achteraan, kletst wat met de fotografe en schiet zowaar bruidsfoto’s op een pier in the middle of nowhere in Nieuw-Zeeland. Het is koud en het stel heeft het daardoor niet makkelijk en er kan geen glimlach af. Binnen 10 minuten zijn ze weer weg, zo gek, wat gebeurde hier nu eigenlijk. We vragen het en er wordt verteld dat veel, met name jonge, Chinezen inmiddels veel geld verdienen en dit middels statussymbolen willen laten zien, bijv in merkkleding, techniek, auto’s en ook reizen. Wat ze dus doen is: ze reizen als een gek door Nieuw-Zeeland met fotograaf en trouwkleding, maken op diverse mooie en bekende plekken heel snel foto’s. Maken er een mooi boek van en op hun daadwerkelijke bruiloft in China komt dit boek tevoorschijn om te laten zien: Kijk onze huwelijksreis eens. Voor ons is deze cultuur iets te complex denken wij. We weten dat de Chinezen van het platteland allervriendelijkst en aardig zijn, maar zo zie je wat geld met een mens kan doen.

Langzaam komt af en toe het zonnetje voorzichtig door. Het idee ontstaat om ook de 2de onverharde weg gaan rijden, de Rees Valley Road. Hier komen we geen enkele auto tegen. Het is een prachtige smalle onverharde weg langs de Rees River. Door alle regen van de afgelopen dagen is het nu een wild stromende rivier geworden. Weer stoppen we regelmatig voor foto’s. We komen 3 jonge mensen tegen die terug lopen richting Glenorchy, we zwaaien en besluiten ze straks op de terugweg mee te nemen. Het is nl echt nog een heel eind lopen voor ze. Na het kilometers volgen van de weg met een paar stevige kleine hindernissen (voor de auto hoor J) komen we aan op het eindpunt en vinden we 2 wandelaars die in een provisorische tent zitten te verkleumen in hun slaapzak, hun kleding hangt aan een paar takken “te drogen” in de vochtige lucht. Ook komt er na ons nog een busje aangereden met een luid ratelende versnellingsbak. Vermoedelijk is dat al een tijdje zo, maar Henk vindt het niet gezond klinken. Deze jongen gaat een meerdaagse track starten. Zo zie je maar dat er toch altijd weer wat teken van leven is, hoe onherbergzaam en leeg het gebied ook is. En ja hoor ook hier is weer een (bush)toilet en altijd met toiletpapier. Dit vinden wij zo bijzonder en een groot compliment voor het DOC! Deze zorgen heel goed voor alle paden, hutten en voorzieningen op de tracks en walks. Als we terugrijden zien we de 3 jongeren voortsjokken en ze draaien zich direct om bij het horen van onze auto. Even later kijken we in de smekende ogen van de 3 jonge mensen. Neem ons mee, neem ons mee. Tuurlijk doen we dat! Drie vieze rugzakken achterin en drie vieze, stinkende en doorweekte mensen op de achterbank, klinkt misschien niet aardig, maar het is wel zo. Ze komen uit Auckland, zijn student (2 jongens en 1 meisje) lopen al 21 dagen !!!! Ja jullie lezen het goed, gewoon in de wildernis, al die dagen geen toilet, douche of bed gezien. Ze zijn heel blij dat wij ze oppikken. Even bijkomen en kletsen met andere human beings in een warme luxe auto. Ze willen graag naar het dorp en jullie weten inmiddels dat wij goed voor onze lifters zorgen, dus we rijden ons huis voorbij om de 6 km extra naar het dorp te rijden. Daar nemen we afscheid en vragen nog even of ze nu na hun avontuur via Queenstown naar huis gaan? Wel nee, natuurlijk niet. Ze willen even een paar dagen bijkomen in Glenorchy en gaan dan weer verder lopen… op naar volgende avonturen die de N.Z. wilderness biedt. Wij wensen ze veel geluk en succes, de doorzetters. Dit zijn de echte outdoor mensen, die kom je later ooit tegen als enthousiaste eigenaar of medewerker van excursies zoals we morgen gaan doen.

Bij ons gaat wederom de BBQ aan, nu onder de carport i.v.m. de harde regen. Henk heeft de smaak te pakken. Deze keer hebben we heerlijke Angus Beef burgers met sla, die ik dan weer heb verzorgd. Jacques en Sumo vinden het ook heel interessant wat Henk allemaal aan het doen is en het ruikt ook ZO lekker…. Later op de avond gaan we verder met het spannende WIDM. Voor morgen is echt wat beter weer beloofd, fingers crossed.

In de nacht word ik een paar keer wakker van vreselijke regen en wind en denk, dit gaat ’m morgen niet worden.

Bij het ontbijt ziet het er nog steeds niet goed uit maar de opklaringen zijn nu wel zichtbaar. We moeten ons om kwart voor elf melden bij Dart River Fun Yaks in het dorp. www.dartriverjet.co.nz Daar horen we dat ze de afgelopen dagen en ook de vroege trip van deze ochtend hebben moeten annuleren vanwege het slechte weer. Maar dat ze het met ons wel willen gaan “proberen”. Huh, hoezo proberen………… We krijgen allemaal een fleece voor op onze naakte huid, moeten ons vervolgens in een strak zwart wetsuit wurmen, staat Henk overigens echt fantastisch, ik wordt nog verliefder op hem. Daar overheen een sprayjack met capuchon en tenslotte een zwemvest en een dry-bag voor camera ed. Nou dit kan niet meer mis, denken jullie nu. We krijgen een formulier te tekenen voor afwijzing van aansprakelijkheid voor als wij gekke dingen zouden doen, zoals de camera nat laten worden of de handen of benen buiten boord steken. Zo nu zijn we klaar om het avontuur aan te gaan.

Met een mannetje of 40 worden we in een bus helemaal naar de warf gebracht – 1 minuut rijden – daar liggen 4 jetboats voor ons klaar. Wij mogen voorin naast de ‘pilot’ – ja zo heet dat bij een jetboat. Een jetboat is een boot met een vrijwel platte bodem en met enorm veel pk’s die makkelijk over het ondiepe water met rotsen en stenen kan scheuren. We gaan ong. 35 km de Dart River op. Met veel gepast geweld, enorme snelheid, 180 graden spins en af en toe wat rust om een foto te maken komen we uiteindelijk aan bij de plek waar de Funyaks al op ons liggen te wachten met een aantal gidsen. Een Funyak is een knalrode opgeblazen kano – zeg maar een Hiawatha bootje – voor 3 personen. Vanwege de vele regen is de rivier niet meer zo rustig als normaal, maar een snelstromende uitdaging met heel veel water geworden. We mogen daarom niet alleen in een Funyak omdat we anders teveel rondjes zouden draaien door de stroming. Ons groepje kiest er voor om 2 aan 2 de strijd aan te gaan. Door de yaks aan elkaar vast te maken is er meer stabiliteit en meer mankracht om te corrigeren als dat nodig mocht zijn. De watjes van de andere groepjes kiezen voor een 3 of 4 yaks formatie, ha ha. Daar gaan we op pad. Het is zo’n prachtig gezicht een paar van die knalrode bootjes floating op een knalblauwe rivier tussen de hele hoge bergen waarop de afgelopen dagen nog verse sneeuw is gevallen, tja bij ons regen is boven op de toppen natuurlijk sneeuw. Doordat de rivier vol snelstromend water zit hoeven we minder hard “te werken”. En na een uur peddelen en af en toe een stevige correctie om de ‘rapids’ goed door te komen bereiken we de picknick plek. Hier wacht een uitstekende lunch. Hoe komt het allemaal daar, tja dat hebben we zelf meegenomen in onze yaks zonder dat we het ons realiseerde want het zat in kleine coolboxen. De groep maakt een wandeling naar een gorge - stukje Routeburn track - en de gidsen verzorgen ondertussen de lunch. Bij terugkomst kunnen we aanvallen. Al die ‘heftige’ adrenalineshots maken hongerig. Ook hier is het Sandfly country en ze vinden zwart echt een geweldig kleur, dus met z’n vele tientallen zitten ze op je. Gelukkig prikken ze niet door het pak heen. Alleen gezicht en handen zijn de klos, dus daar smeren we maar het meest heftige spul op: Bushman 80% deet, verboden in Nederland. Maar het werkt als een tierelier! Na de lunch gaan we het water weer op voor het vervolg van onze tocht. Wat is dit toch ontzettend leuk om te doen. We nemen de stroomversnellingen steeds makkelijker. En ondertussen kijken we vrolijk om ons heen. Het weer is ons echt goedgezind vandaag. Bij Paradise staan een paar kleine 4WD busjes ons op te wachten. Hier gaan we aan wal. Laten de yaks leeglopen, rollen deze op en stappen moe maar voldaan in het busje voor het laatste deel van de dag. Hier zien we nog de plek waar Boromir uit LOTR is gedood met een aantal pijlen en horen we andere verhalen over dit mysterieuze gebied. Rond 6 uur zijn we weer terug bij de auto. Lekker naar ons warme huisje en wederom de (gas)BBQ aan voor ons diner. Die avond verzamelen we alvast de spullen want morgen wordt weer een reisdag naar een nieuw gebied en nieuwe avonturen.

20 februari – Werner wordt 50 vandaag en Erwin 43. Ja hoor, er wordt aan jullie gedacht. Nogmaals hartelijk gefeliciteerd! Na het ontbijt stappen wij de auto in voor een lange rit naar Otago Peninsula bij Dunedin. Het favoriete gebied van Henk door de vele diersoorten. Hartelijk nemen we afscheid van Vladka senior, Richard en de honden met de belofte om terug te komen. De eerste 45 km is de hele mooie weg terug naar Queenstown. Daar is het tijd voor koffie en gekte. We lopen een rondje door het centrum. Nee José, we gaan niet naar FergBurger, je weet nl. niet wat je ziet als je daar aankomt, een rij bijna tot aan Glenorchy J. Maar we gaan wel naar FergBakery voor heerlijk vers Europees brood en worden zelfs geholpen door een Nederlands meisje. QT is zo ontzettend veranderd de afgelopen jaren en er niet leuker op geworden door de drukte en puur toeristische karakter, is mijn mening. Via het grote shopping centre net buiten QT voor de nodige boodschappen en een super uitgerust Health Center rijden we richting Cromwell. Eigenlijk vertrekken we weer eens te laat voor de lange route die we voor ons hebben, maar ach hé, vakantie toch. Er zijn 3 wegen die naar Dunedin leiden, we kiezen de minst gekozen middelste via Ranfurly en Middlemarch SH87.
Dit is het echte Central Otago. Leeg, heet (of heel koud in de winter), mooi goud geel, dat weer toepasselijk is omdat in dit gebied rond 1880/1900 veel goud is gevonden. Je vindt er dan ook bijna verlaten piepkleine gehuchtjes met vervallen hotels en cafés. Bijzonder gebied vinden wij. Auto’s komen we heel weinig tegen en zo zakken we eenzaam en langzaam af richting zuidoosten. We zijn net de laat voor een afternoon tea bij het superlieve Kissing Gate Café in Middlemarch, helaas al gesloten. Jammer en dus voor een volgende keer. Pas rond 6 uur bereiken we de bewoonde wereld weer bij Mosgiel. Nu is het niet meer ver. Onderlangs Dunedin, waar we de weg een beetje kennen en zo het Peninsula op. Slingerend rijden we langs het water naar Cape Saunders bij Papanui Inlet. Spontaan vallen we allebei opnieuw als een blok voor dit gebied. Vorig jaar verbleven we in de luxe Kaimata lodge van Kyle en Rachel. Nu huren we voor 4 nachten hun kiwi bach “Betty’s Bach”. http://www.bettysbach.co.nz/ . We staan bovenaan de weg onze bagage uit de auto te halen. De bach ligt een 20-30 meter lager aan de baai. Ik ga alvast op onderzoek uit via een smal kronkelpaadje, soms met traptreden, tussen de bomen door behoorlijk steil naar beneden. Het is vrijwel onmogelijk om op deze manier de koffers bij de bach te krijgen. Veel te zwaar en te gevaarlijk. Maar er is gelukkig een primitief liftje met een goederenbakje op een rail. Henk laad boven de bagage in het houten bakje en drukt op het knopje omlaag en hup daar komen de tassen aan hoor, het duurt alleen wel 6-7 minuten voor het beneden is. Ik sta rustig op de uitkijk en hoor boven door de bomen heen een gezellig geklets. Toevallig reed Kyle net langs toen Henk druk bezig was. Een allerhartelijkste begroeting en hij roept naar mij beneden hoe bijzonder het is dat we er alweer zijn. We voelen ons welkom! Kyle vraagt terloops of wij de lift al hebben gebruikt want er is iets mis met de mechaniek als deze weer naar boven komt. Je moet hem nu zelf(!) op tijd stoppen anders zou het goederenbakje ontsporen en de motor verbranden. Poeh, net op tijd komt Henk dit te weten want ik ben klaar om de lift weer omhoog te sturen. Kyle vraagt aan Henk of we morgenmiddag rond 3 uur met hem een boottochtje willen maken naar het uiteinde van de baai bij de zee – Tuurlijk willen we dat !! Als Henk ook beneden is aangekomen kunnen we op onderzoek uit. Het is echt een heel oud huisje incl. een piertje en boathouse maar wel met fantastisch uitzicht. We koken een potje en installeren ons in de schommelstoelen voor de enorme ramen. Het is één groot levend schilderij dat continu verandert. De baai is aan tij onderhevig, dus van droogstaand tot vol met water. Vogels die komen en gaan en ja zelfs de zeehonden en zeeleeuwen zien we zwemmen. De komende dagen is dit ons thuis. In de avond hoor ik opeens een soort gegrom buiten. Ik kijk door het raam in de slaapkamer en zie ineens een enorme zeehond (Kekeno) van een kleine 2 meter bij ons op het gammele steigertje liggen slapen. We sluipen er voorzichtig naar toe, hij doet opeens zijn grote donkere ogen open… maar blijft onverstoorbaar liggen. Af en toe richt ‘tie zijn kop op en doet zijn bek een keer open maar stort dan weer ter aarde om verder te slapen. Af en toe draait hij zijn dikke speklijf en soms zwaait hij met zijn flipper. Die gaat hier vannacht niet meer weg vermoeden wij. En dat klopt. We horen regelmatig ’snachts de meest vreemde snurkende geluiden.

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk

Nieuw Zeeland 2016 - 5

Kia Ora allemaal,

22 februari, 7 uur in de morgen is het als we dit verslagje typen. We zijn in Otago Peninsula (bij Dunedin), huisje zonder tv en internet, heel basic want het is een echte oude (1900) Kiwi bach. Maar het is wel ‘Location, Location, Location’ zoals Phil and Kirstie van het gelijknamige Tv-programma altijd zeggen. Het uitzicht wordt gevormd door een 600 m brede baai met diverse zeedieren en sinds gisterenavond ligt er, 10 m van de batch, op onze steiger van het boathouse, een grote zeehond. Hij heeft bij ons overnacht. Af en toe hoorde ik vreemde zwaar grommende geluiden in de nacht, gaf eerst Henk een por, maar bedacht toen, ach nee het is de zeehond die zo tekeer gaat.

We gaan verder waar we gebleven zijn, met donderdag 11 februari, een reisdag naar Twizel, de toegang tot Mount Cook / Aoraki National Park. De hoogste berg van Nieuw-Zeeland en vrij vertaald betekent dit “zij die de wolken raakt”. Je ziet trouwens steeds meer Engelse namen veranderen in Maori namen. En zo hoort het ook vinden wij. In de komende weken mogen Nieuw-Zeelanders ook gaan stemmen over een nieuwe vlag. De huidige vlag lijkt teveel op de Aussie flag…..en is teveel verbonden met het Britse verleden vinden de trotse Kiwi’s. De huidige vlag heeft een Britse vlag linksboven in de hoek met 4 rode sterren als het Southern Cross. Australië heeft 5 witte sterren. Het nieuwe exemplaar is een silver fern diagonaal geplaatst, er boven ingekleurd met zwart, er onder ingekleurd met blauw en om het op te leuken nog de 4 rode sterren in Southern Cross formatie. Die moet het wat ons betreft gaan worden. De meningen zijn nog verdeeld, maar veel kiwi’s vinden dit ook en bij verschillende huizen zie je de nieuwe vlag al wapperen. We wachten af.

Sowieso lopen de Kiwi’s apetrots rond en wappert er ook regelmatig een All Black’s flag. Deze All Blacks, hun warriors, hebben onlangs de World cup Rugby gewonnen in Engeland. Wij hebben de halve finale en finale toen kunnen zien op ons grote scherm en het was geweldig! Het dak ging er af toen ze wonnen. Als je ze hierop aanspreekt en ook nog vertelt dat je het op de Nederlandse TV hebt gevolgd groeien ze toch enkele centimeters.

We laten met weemoed onze rol als Pippo en Mammaloe achter ons en rijden naar Rakaia. Met een kleine omweg wil ik graag even over de ‘langste brug van NZ’ rijden (1756 meter), maar Henk was niet echt onder de indruk. Ook is dit THE Salmon capital of (... jullie raden het al) the World en dus staat er een enorm grote zalm (6 meter hoog) bij binnenkomst van het dorp. Onze “Haka schreeuwende grizzly” wil er uiteraard mee op de foto. Daarna volgen we de SH1 richting zuiden en gaan na Ashburton het binnenland weer in naar Geraldine. Een leuk en gezellig klein plattelands plaatsje. Boodschappen, benzine en Verdé Café Deli. De ontdekking van vorig jaar en nu wederom een heerlijke plek om te lunchen. Het zonnetje schijnt, dus deze keer zitten we heerlijk comfortabel in de mooie rozentuin. Het is zo vertrouwd om hier weer te zijn, ook voor Henk. We rijden door het dorp alsof we locals zijn. Nog wat kleine aankopen, pharmacy, verjaardagskaart voor Ton, hij wordt over een paar dagen 65 jaar! En hij lijkt nog maar amper 50… De meest bekende winkel is Barker’s www.barkers.co.nz voor lekkere jam, chutney, siroop en ander heerlijks. We gaan weer op pad richting Lake Tekapo. Dit plaatsje is bekend om het kerkje aan het meer en de sterrenwacht. Ook wij gaan eerst naar dit kerkje, en natuurlijk is het weer ontzettend druk. Hier waan je je in China in plaats van N.Z. Het is Chinees Nieuwjaar geweest en het land is overspoeld met reislustige Chinezen. Zeker op de meest bekende plekken vind je ze in grote getale. Toch kunnen we nog bij “het” kerkje ‘The Church of the Good Shepherd’ komen en zelfs een paar foto’s zonder mensen maken. Henk, geduldig en uiterst correct als hij kan zijn, moet dan wel als een verkeersagent de chinezen alle kanten op verwijzen zolang ze maar niet in beeld staan. In het aangrenzende parkje zien wij ons huisje van vorig jaar staan waar vandaan je dat mooie uitzicht hebt op het meer en het kerkje. Rijdend door het kleine gehucht, wordt het al snel rustiger. Verder hebben we hier niets te doen, maar het valt op dat ons favoriete Tekapo ontbijtcafé van vorige jaar ‘Run 77’ de naam heeft veranderd in ‘Run 76’, huh… dat is gek. Vragen levert op dat er een nieuwe (Chinese) eigenaar is en de oude naam niet meer mocht worden gebruiken. Zou het kunnen dat over een paar jaar heel lake Tekapo een Chinese nederzetting is geworden? Wij rijden gauw door naar Twizel zo’n 50 km verderop. Een hele goede keuze blijkt, want er wacht weer een super cosy en gloednieuwe cottage op ons. Foehn Cottage www.bookabach.co.nz/23322. Vier nachten zullen we er blijven. Onderweg krijgen we Mt Cook en Mt Tasman in volle glorie te zien het is behoorlijk helder en zelfs wolkenvrij. Dat belooft wat voor de komende dagen. De spiegelfoto van vorig jaar: lichtblauw meer met blauwe lucht met centraal Mt Cook, zit er nu niet in want er staan schuimkopjes op het Lake Pukaki. Hier kun je de foto vinden: discoverimages…. Henk heeft voor deze prachtige foto een haiku geschreven, als opdracht voor zijn opleiding “Trainer Mindfulness”. Een haiku is een Japans gedichtje van 3 regels met 5, 7 en 5 lettergrepen en een ‘twist’ in de laatste regel. Dit is hem geworden:

Het hemelsblauw meer,

Spiegelbeeld voor de bergen,

Bevreesd voor de wind.

Twizel – Town of Trees (1140 inw.) is in 1968 als tijdelijk dorp gebouwd voor mensen die aan de dichtbij gelegen hydro powerstations in de Waitaki Valley hebben gewerkt en stond in 1984 op het punt om volledig verlaten te worden toen het werk was geklaard. Maar nu lachen de ‘Twizelnaren’ iedereen uit want de blijvers hebben nu zeer goedkoop grond en huizen in een omgeving van de hoge bergen, mooie meren, superblauwe kanalen en buitensport. Peter Jackson heeft hier LOTR Gondor gefilmd. Ook de toeristen ontdekken Twizel als toegangspoort tot het Aoraki National Park en Lake Ohau. Hiervoor is het veel gunstiger gelegen dan Lake Tekapo en het is er tenminste geen klein China. Inmiddels heeft het een paar accommodatiemogelijkheden, restaurantjes, supermarkt, petrol station en meer. We eten regelmatig bij Poppies, DE ‘must go’-plek in Twizel www.poppiescafe.com. Ik besluit: hier kopen we een kavel en bouwen ons huis en enthousiast blader ik in het makelaarskrantje dat bij Poppies ligt. Even later komen we aan bij onze cottage en in bed droom ik gewoon verder over onze toekomst in Twizel met onze 5 kinderen en een hond… hihi

Drie hele dagen hebben we om te vullen rondom Twizel. Het is licht bewolkt maar wel warm (26 C)! Vandaag kiezen we voor Lake Ohau dat ook een wintersportbestemming is. Maar eerst ontbijten we bij Poppies want die Eggs Benedict is daar zo lekker. Daarna rijden we langs de onwerkelijk blauwe kanalen waarmee stuwmeren worden gevuld en de powerstations energie opwekken door de dammen open te zetten. Het is best een gek gezicht, deze rechte stroken met lichtblauw water en hele grote powerstations in een ruig landschap. Deze kanalen worden ook gebruikt door enkele zalmkwekerijen met honderden zalmen in gescheiden bassins. Tientallen meeuwen zitten keurig op een rijtje te wachten of ze een graantje mee kunnen pikken als de zalmen worden gevoerd. We besluiten eerst hoog langs de rechterkant van het meer te rijden via een smalle en onverharde weg. We komen er helemaal niemand tegen, gelukkig... Aan het einde wacht een farm station, vanaf hier mogen we niet verder en beginnen aan de terugreis. Vervolgens gaan we via Lake Ruataniwha en klein stukje SH8 rechtsaf naar de andere kant van het meer. Hier ligt het plaatsje Ohau, zoals gezegd een wintersportplaatsje met een lodge, backpacker hostel en een motel. Dat is het. We picknicken laat in de middag aan het meer en inmiddels heeft de blauwe lucht plaatsgemaakt voor grijze bewolking. Na nog even in Ohau gekeken te hebben besluiten we terug te rijden en een stop te maken bij High Country Salmon aan de SH8. Hier kopen we gerookte zalm en een hele grote verse (vandaag uit het bassin geviste) zalm om te bakken/BBQ. Samen $ 26,07, ruim 15 euro. We koken vanavond zelf ons potje pasta. En we hebben tijd om te beginnen met seizoen 2 van WIDM.

De nachtrust heeft ons goed gedaan en als we naar buiten kijken belooft het weer veel moois vandaag. Na ons ontbijtje gaan we snel op pad. De keuze of naar het park om een track te lopen of een voor ons onbekende route te rijden is een moeilijke. We kiezen uiteindelijk voor de onverharde route rechts omhoog langs lake Pukaki. Een avontuurlijke en onverwacht mooie weg. We stappen regelmatig uit om te “zijn” en foto’s te maken. Mt Cook en Mt Tasman zijn constant volledig in het zicht. De lucht is blauw en bijna wolkenvrij. Aan het einde van de weg vinden we, hoe kan het ook anders: Mt Cook Station. Voordat we omkeren besluit Henk onverwachts om een smal pad richting de Tasman River te proberen omdat onze 4WD dat prima kan. Dat was een goede actie! Wat je daar aan het einde vindt overtreft alle verwachtingen… zo zou de hemel er uit kunnen zien denken wij. Aan de overkant een kilometers lange bergketen dat helemaal rechts uitkomt bij de majestueuze Mt Cook en op de voorgrond een vallei met stroompjes van wit en hemelsblauw snelstromend water die elk hun weg zoeken naar het lake Pukaki. Hier lopen we een tijdje rond, zitten te meimeren, eten een broodje en zijn stil. Wow, wat een plek en wat een prachtig weer.. alles klopt aan dit plaatje. Op de weg terug slaan we op een gegeven moment linksaf richting Lake Tekapo. Dit is een backcountry road midden door de natuur. Er is niets dan alleen maar prachtige vergezichten. Na ruim 2 uur rijden zijn we bij Mt John. De bult bij Lake Tekapo waar bovenop de sterrenwacht gevestigd is en waar je mooie vergezichten hebt. Tegenwoordig moet je $5,- betalen om naar boven te rijden. Smal, bochtig en vooral steil! We zijn er om kwart over 5 en uiterlijk om 6 uur moet de berg verlaten zijn door alle toeristen. Beetje gek om hier nu bij daglicht te zijn. Vorig jaar hebben we de Earth and Sky tour gedaan en er ’s nachts sterren gekeken. Nu zien we pas hoe het er bovenop de berg in werkelijkheid uitziet. Er staan een aantal grote domes met telescopen. Ze zijn geel met een witte top en gelukkig kan Henk mij net onderscheppen voordat ik met een grote dikke viltstift uiting ga geven aan mijn creativiteit, in dit geval het tekenen van oogjes, neus en mond, want ik zie eigenlijk gewoon Minions staan. Weer beneden besluiten we in Tekapo wat te eten bij Mckenzie grill. We zitten naast een Engels stel en kletsen gezellig wat weg met ze. Voldaan en dankbaar voor deze hele mooie dag rijden we weer naar onze cottage. Nog een wasmachine was, verslag typen en lekker slapen. Morgen gaat weer nieuwe avonturen brengen.

Halverwege de nacht wordt ik toevallig wakker en kijk naar buiten. Het is aardedonker EN ik zie de Melkweg en miljoenen andere sterren. Ik sta te springen op bed omdat Henk wakker moet worden. Zo wil het dat wij om 3 uur ’s nachts op onze blote voetjes in het natte gras staan en vol bewondering naar boven staren. Bizar mooi. Allemaal fonkelende sterren. Henk probeert zelfs nog foto’s te maken. Hetgeen een beetje lukt. Het probleem is dat de aarde draait en dus met lange sluitertijden van de camera er streepjes ontstaan in plaats van mooie puntvormige sterren.

Om half 8 zitten we stijf rechtop in bed. Een alarm gaat af, heel hard en het galmt door heel Twizel en de bossen er omheen. Na ons nachtelijk avontuur waren we nog diep in slaap, maar nu zitten we slaapdronken in bed onze hersens te pijnigen over wat we nu geacht zijn te doen. Op straat in ons parkje gebeurd helemaal niets… dus het zal wel denken wij voor het gemak. Nu zijn we toch wakker en het wordt weer een hele mooie dag qua weer, de zon staat al te stralen. Dan maar gebruik maken van onze vroege wekker, even ontbijten en brood meenemen voor de lunch. Zonnebrand op en klaar voor vertrek naar Aoraki National Park. Vandaag willen we de Hooker Valley Track weer gaan lopen. Dat is een prachtige wandeling naar Hooker Glacier Lake met hopelijk enkele ijsschotsen. Het is een makkelijke wandeling met 3 Swingbridges en Mt Cook telkens vol in de picture. Het is druk, veel drukker dan vorig jaar in het voorseizoen en het is ook nog zondag dat helpt ook niet. De parkeerplaats staat vol, maar alles is relatief en eenmaal op de track valt het ontzettend mee. We lopen rustig in 2,5 uur naar het lake en stoppen vaak om te genieten van de fantastische uitzichten en maken weer veel foto’s. Het waait flink in de valley, met name op de swingbridges, en oeps ineens zie ik een vliegende kiwibird (kan helemaal niet want een kiwi heeft geen vleugels) die in de wildstromende rivier terecht komt. Henk zijn cap is afgewaaid. Tja een misrekening, want als je je omdraait op de wiebelbrug komt de wind ineens van de andere kant en zoef weg is tie. Gelukkig heb ik mijn bloemetjes cap bij me, al meer dan 20 jaar oud en dierbaar. Dus Lief, je mag hem lenen maar wees er HEEL zuinig op!! Bij het meer aangekomen zijn er minder ijsschotsen dan de vorige keer, toen was het nog lente en kouder. De Gletsjermond op de achtergrond blijft indrukwekkend en Mt Cook toornt daar nog eens zo’n 2000 m fier bovenuit. Henk spreekt met 3 stoere Nederlandse jongens. Ze zijn heel dapper want zij rennen het ijskoude (3 C) meer in om zich op een ijsschots te werpen. Henk maakt leuke foto’s voor ze. Twee vrienden zijn overkomen voor de bruiloft van de 3de man. Hij gaat trouwen met een kiwigirl en blijft hier wonen. Ze wisselen e-mailadressen uit en Henk belooft de foto’s door te mailen. Ikzelf doe de kleine Zeemeermin van Kopenhagen na en test hiervoor ook even het water, freezing cold! Na een ‘relax and play’ uurtje bij het meer beginnen we aan de terugtocht, dit lopen we sneller omdat we minder vaak stoppen. Tijdens de terugrit zetten we de auto regelmatig aan de kant om in het mooie late middaglicht foto’s te maken. Bij het zuidelijke puntje van het meer aangekomen, zien we dat het helaas ook vandaag niet windstil is. En weer zal de spiegelfoto van vorig jaar niet worden geëvenaard. Als beloning trakteren we onszelf op uit eten bij Poppies. Nog een wasje, alvast tassen inpakken want de volgende dag verhuizen we weer en gaan verder naar het zuiden.

Vandaag gaan we naar Glenorchy, de toegangspoort naar Paradise. De droomlocatie van mij want ik ben er erg benieuwd naar. We zullen er 5 nachten blijven. De weersvoorspellers vind ik al minder sympathiek want ze kondigen de komende dagen slecht weer aan. Zucht, heb ik dat, komen we in Paradise en dan regent het waarschijnlijk. Maar zover is het nog niet. Vandaag ziet de lucht er prachtig blauw uit met witte wolkjes. Ons laatste Eggs Benedict en pancakes bij Poppies en dan gaan we op pad. We nemen bij Omarama de SH8 – de Lindes Pass – naar Cromwell. Een hele mooie pass met vele indrukwekkende uitzichten waar het warme licht de groengele hellingen streelt. Aan het eind ligt Tarras, een piepkleine nederzetting maar wel met Tarras Country Café! Tijd om een cappuccino en thee te nuttigen. Daarna rijden we verder via Cromwell, de fruit capital….. Hier gaan we over een paar weken 5 dagen verblijven, dan laten we jullie zien wat we bedoelen…. We stoppen wel even bij Jones Family Fruitstall http://www.mrsjonesorchard.co.nz/ om heerlijk vers fruit in te slaan. Wat hier binnen gebeurt is echt een beetje raar. Het krioelt er van de Chinezen en zij kopen zakken vol met gedroogd fruit. Nu staat onze Chinese medemens niet altijd bekend als de meest vriendelijke en geduldige, zoals wij hebben ervaren in hun thuisland. Maar vooral in het buitenland komen ze vaak over als onbeschoft, respectloos, arrogant en voelen ze zich oppermachtig ten opzichte van westerlingen. Ze duwen je gewoon aan de kant, zien je niet staan, zeggen niet eens gedag of geven niet thuis bij een groet of glimlach. De zachtaardige en beleefde Kiwi’s zijn hen eigenlijk spuugzat als toerist, maar ja ze brengen wel geld in het laadje. Zoals hier bij Mrs Jones – wij vragen wat ze eigenlijk met al dat gedroogde fruit gaan doen en ja wat blijkt – het is zoals met onze melkpoeder, echt waar. Ze kopen alles op en verkopen het in hun eigen land voor 2 tot 3 keer zoveel. Wij zijn er even klaar mee en vertrekken snel weer verder. Even voor Queenstown stoppen we bij de historische Kawarau Suspension Bridge. De bungy brug waar AJ Hacket samen met Henry van Asch in de jaren 80 de eerste commerciële Bungy zijn gestart. Nu is dit een begrip in de hele wereld. Ikzelf ben hier in 2000 vanaf gesprongen. Nu heb ik die neiging helemaal niet meer hoor! We gaan wel kijken naar andere ‘dare devils’. Henk ziet nu voor het eerst hoe dit allemaal in zijn werk gaat en hoe mensen springen. Hij maakt er super goed gelukte foto’s van. Na een tijdje moeten we toch echt verder. Net buiten Queenstown zit tegenwoordig een groot commercieel centrum inclusief een grote supermarkt. Hier gaan we inkopen doen voor de komende 5 dagen. In Glenorchy zit nl alleen een kleine general store. Aangekomen in het drukke Queenstown, wurmen we ons met auto en al door de kleine, overvolle Shotover Street naar de weg die ons naar Glenorchy gaat brengen. Dit is één van de mooiste wegen van Nieuw-Zeeland en inmiddels verhard. Je rijdt langs een meer en bent aan weerszijde ingesloten door de bergen. We hebben nog redelijk weer maar zien het wel snel betrekken aan de overkant. Helaas zijn de majestueuze bergen minder goed te zien. We stoppen veelvuldig en naast me hoor ik alleen maar Aaa’s en Ooo’s. Er worden blijkbaar mooie foto’s door Henk gemaakt. Zo slingeren we 45 km door het Alpenlandschap tot aan The Gateway to Paradise - Glenorchy. Op de enige rotonde in het dorp - huh, waar is tie dan? O dat hele kleine bultje op de weg - moeten we driekwart de Glenorchy-Paradise Road op. Zo’n 6 km verder vinden we Nereus Way en na een korte klim bereiken we onze B&B: Precipice Creek Station. http://www.experienceglenorchy.co.nz/at-precipice-creek/ Waanzinnig mooi is het hier en we hebben prachtig uitzicht op de bergen en de wolken vanuit ons cottage. We zijn werkelijk in Paradise beland. Richard, een oudere man met baard, en 2 honden heten ons welkom en we voelen ons direct thuis.

Aroha nui – lots of love Jolanda en Henk